Stap 3 - Grammatica

Herhaling

Je leert straks de verleden tijd van de hulpwerkwoorden haben, sein en werden.
Herhaal eerst nog eens de tegenwoordige tijd (ott) van deze werkwoorden.

De verleden tijd

Met de verleden tijd (ovt) kun je handelingen of toestanden in het verleden beschrijven.

Früher hatte ich eine Brille. Vroeger had ik een bril.
Gestern waren wir krank. Gisteren waren wij ziek.
Darum wurde er operiert. Daarom werd hij geopereerd.

 

Haben, sein en werden in de verleden tijd
Bestudeer de tabel en leer de vormen uit je hoofd.

 

haben

sein

werden

ich

hatte

war

wurde

du

hattest

warst

wurdest

er/sie/es

hatte

war

wurde

wir

hatten

waren

wurden

ihr

hattet

wart

wurdet

sie/Sie

hatten

waren

wurden

 

Übungen

Heb je de vormen goed geleerd?
Maak dan nu de volgende oefeningen met haben, sein en werden.