Aanwijzingen voor het assessment
Adviesformulier Werkplekbegeleider
Rapportage Assessment Niveau 1

Tijdens je stageperiode werk je de opdrachten van LWT 1A en 1B uit in een ontwikkelportfolio. Hiertoe maak je een document in ‘Word’ aan, waarin je vervolgens de eindproducten van de LWT bundelt in een overzichtelijk geheel. Het ontwikkelportfolio wordt afgetekend door de werkplekbegeleider en/of schoolopleider. De werkplekbegeleider verzorgt de dagelijkse begeleiding bij voorbereiding, uitvoering en nabespreking van je lessen. Hij of zij monitort ook de voortgang en uitvoering van de LWT 1A en 1B monitoren. De bevindingen van je werkplekbegeleider zijn voor de instituutsopleider een belangrijke basis voor al dan niet het toekennen van stagepunten.
LWT 1A en 1B zijn voorwaardelijk om aan LWT 1C te kunnen beginnen en om deel te nemen aan het assessment niveau 1.
De opdrachten van LWT 1C werk je uit in een assessmentportfolio. Ook hiervoor maak je een document in ‘Word’ aan. Dit assessmentportfolio wordt beoordeeld door de instituutsopleider/schoolopleider.
Voorwaarden voor deelname aan het assessment niveau 1 zijn:
• LeerWerkTaken A en B zijn afgerond en afgetekend door werkplekbegeleider/schoolopleider;
• Er zijn minimaal 4 lessen gefilmd (LWT 1A);
• Werkplekbegeleider heeft het ‘checklist en adviesformulier’ ingevuld. Het formulier voor dit advies is opgenomen in de bijlage;
• Portfolio (zelfbeoordeling met bewijzen) en ‘checklist en adviesformulier’ zijn uiterlijk 10 werkdagen voor het CGI ingeleverd bij de assessor (dat is de Instituutsopleider en/of schoolopleider);
• Het portfolio met bewijzen wordt ingeleverd als één document. Filmfragmenten worden aangeleverd op een memory-stick (USB-stick), met verwijzing in de zelfevaluatie naar de naam van het betreffende bestand.
• Verslagen zijn in correct Nederlands geschreven.
Indien je niet aan bovenstaande genoemde voorwaarden voldoet, dan worden in overleg met de IO afspraken gemaakt over de afronding van de LeerWerkTaken en het portfolio. Indien je aan bovenstaande genoemde voorwaarden voldoet, worden de voorwaardelijke eisen ingevuld op de rapportage.
Voldoe je niet aan alle voorwaardelijke eisen, dan vindt er geen CGI plaats. Het assessment wordt als ‘onvoldoende’ beoordeeld, de onderbouwing wordt zichtbaar gemaakt in de rapportage en het resultaat ‘onvoldoende’ wordt in Osiris ingevuld. De rapportage wordt met je besproken, waarna een verbetertraject wordt uitgestippeld. De herkansing van het assessment kan plaatsvinden na 10 werkweken.
Wanneer je ook aan alle voorwaardelijke eisen voldoet, kan het CGI plaatsvinden. Als voorbereiding op het CGI wordt jouw zelfbeoordeling gelezen, de bewijzen bestudeerd en de ‘checklist en adviesformulier’ vergeleken met het portfolio.
Assessment
In het assessment niveau 1 gaat het erom dat je laat zien dat je competentie niveau 1 hebt bereikt en antwoord kan geven op de doelstelling ‘Is het beroep geschikt voor mij en ben ik geschikt voor het beroep?’. Het assessment bestaat uit drie onderdelen:
1. Twee opgenomen lessen;
2. Een assessment portfolio;
3. Een criteriumgericht interview (CGI).
Bij het assessment voor niveau 1 ligt de focus op:
1. Kan de student contact maken met leerlingen, een les voorbereiden en uitvoeren?
2. Heeft de student een goed beeld bij de rollen, taken en verantwoordelijkheden behorend bij het beroep van docent?
3. Kan de student zijn keuze voor het beroep van docent (in het gekozen vak) motiveren?
Procedure voltijd opleiden in de school (OIDS) traject:
Bij het voltijd OIDS traject is sprake van twee assessoren: een instituutsopleider en een schoolopleider.
1. De assessoren plannen een criterium gericht interview van 15 minuten in de periode juni/juli. Zo mogelijk vindt het CGI plaats op de opleidingsschool. Indien dit niet mogelijk is vindt het CGI plaats op het instituut.
2. De student wordt door de instituutsopleider en/of schoolopleider en/of externe assessor uiterlijk 15 werkdagen voor het criterium gericht interview geïnformeerd over locatie, tijd, assessoren en de gegevens voor het aanleveren van het portfolio.
3. De student stelt het portfolio, via mail, met de gevraagde bewijzen ter beschikking aan beide assessoren.
4. De assessoren controleren of voldaan wordt aan de voorwaarden voor het criterium gericht interview. (zie Handleiding Werkplekleren niveau 1).
5. Indien niet is voldaan aan de voorwaarden vindt het criterium gericht interview (nog) niet plaats. De assessor informeert de student binnen 5 werkdagen hierover
6. Indien voldaan is aan alle voorwaarden kan de student deelnemen aan het Criterium gericht interview.
7. De assessoren bestuderen het portfolio en beschrijven hun bevindingen in relatie tot de zelfbeoordeling en de bewijsvoering in het rapportageformulierformulier.
8. De assessoren formuleren in voorbereiding op het criterium gericht interview, op basis van het aangeleverde portfoliomateriaal, enkele verhelderende (turbo)vragen.
9. Tijdens het criterium gericht interview wordt de student bevraagd.
10. De assessor noteert zijn bevindingen op basis van het criterium gericht interview in het rapportageformulier en hanteert daarbij de “taal ”van de gedragsindicatoren horende bij niveau 1.
11. In het rapportageformulier geven de assessoren aan of de student onvoldoende, voldoende of goed gescoord heeft.
12. De student ontvangt binnen 10 werkdagen het door de assessoren getekende rapportageformulier.
13. De instituutsassessor noteert het resultaat van het assessment binnen 10 werkdagen in Osiris.
14. Bij een beoordeling ‘onvoldoende’ zal de student het portfolio moeten aanvullen en/of op het gevraagde niveau brengen. In sommige gevallen betekent dit dat de student een verlengde stage niveau 1 moet doorlopen in blok 1 van studiejaar 2. In afspraak met de assessoren zal de student opnieuw het criterium gericht interview moeten doen bij de opleidingsschool waar de student in jaar 1 de stage heeft uitgevoerd.
15. De instituutsassessor digitaliseert het getekende rapportageformulier.
16. De instituutsassessor archiveert beide documenten op shared: \\Orion\clus08\Shared.DOP\LERO\25. Studentzaken\Portfolio's niveau 1 17-18
NB: Bij opleidingsscholen kan naast de WPB ook een schoolopleider betrokken zijn bij het begeleiden en het assessen. De opleidingsschool informeert de student hierover.
Elke stage die met een onvoldoende wordt beoordeeld mag één keer worden herkanst. Gelegenheid tot herkansing van een stage en/of assessment is mogelijk na 10 lesweken, de telling van de lesweken gaat in na uitvoering van het assessment.