Zomervacht – Jaap Robben
De vijf eisen:
Eis 1: het boek moet een verrassend einde hebben.
Zomervacht heeft een verrassend einde. Als Brian bij de stacaravan aankomt, is hij al te laat. Zijn vader Maurice heeft ruzie met Emiel, de huurder. Emile wil vertrekken vanwege de dingen die al zijn voorgevallen met Maurice. Ook heeft Emile Brian veel geholpen met zijn broer Lucien. Lucien is gehandicapt en woont eigenlijk in een instituut, maar omdat die gerenoveerd werd, heeft Maurice ervoor gezorgd dat Lucien hij Brian en hem kwam voor de zomer.
Brian ziet zijn broer voor de caravan van Emile. Zijn vader maakt ruzie met Emile. Als Maurice met geweld begint, wordt Brian erg boos op zijn vader. Brian neemt het op voor Emile. Brian ziet een lege wijnfles op de aanrecht van Emile staan en hij pakt de lege fles. Hij doet zijn ogen dicht en slaat. Als hij zijn ogen opent, ziet hij dat hij niet zijn vader heeft geraakt, maar Emile. Er is veel paniek en uiteindelijk brengen Maurice en Brian hem naar het ziekenhuis.
Dit einde had ik echt niet aan zien komen. Dat Brian tegen zijn vader in zou gaan, had ik ergens wel verwacht. Maar dit zeker niet. Uit het einde blijkt wel dat Emile levend uit het ziekenhuis komt gelukkig.
Eis 2: De titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Ik snapte eerst niet wat de titel betekende, maar toen ik het op internet ging opzoeken, vond ik het heel goed bij het verhaal passen. Jaap Robben legde de titel uit in een interview. Hij zei:
“Ik kwam op de titel omdat er iets wringt in dat woord. Het is beschermend en benauwend tegelijk. In het boek staat letterlijk ‘Je moet een vacht zijn voor je broer’. Brian, de hoofdpersoon, is een soort vacht voor zijn broer, maar hij kan Lucien tegelijk niet tegen alles beschermen.”
Eis 3: Het boek moet een beetje spannend zijn.
In veel boeken stoor ik me eraan als er geen spanning in het verhaal zit. Bij dit verhaal stoorde ik me daar helemaal niet aan. Bij sommige stukken voelde je wel spanning. Bijvoorbeeld bij het deel dat Brian met zijn brommer naar Selma ging. Hij ging naar dat instituut als zijn vader ook weg was. Hij liet zijn broer dan even alleen. Maar ik vond het dan meer spannend of hij wel voor zijn vader thuis zou zijn. Ook was het einde erg spannend.
Eis 4: De titel en de kaft moeten aantrekkelijk zijn voor de lezers.
Op de kaft staat een wesp. Ik weet niet waarom het een wesp is. Misschien omdat het boek zich in de zomer afspeelt. In de zomer zijn vaak veel wespen. De titel vond ik wel aantrekkelijk. Je vraagt je af waarom het boek zo heet. En tijdens het lezen kun je daar achter komen. Ik had eerst de titel opgezocht omdat ik nieuwsgierig was. Maar achteraf kon je het uit het boek halen. Ik zou niks veranderen aan de kaft en de titel.
Eis 5: Het boek moet niet in te moeilijke woorden geschreven zijn.
Het boek heeft geen moeilijke woordkeuze. Ik denk dat daarvoor gekozen is, omdat je het verhaal leest vanuit een 13-jarig jongetje. Het is heel fijn om te lezen zonder te moeten stoppen om een woord op te zoeken.
Dit boek is het beste Nederlandstalige boek! Het boek heeft een verrassend einde. De titel geeft perfect de strekking van het verhaal. Ook heeft het boek spanning en trekken de titel en de kaft de aandacht van de lezers. Wat ook heel positief is, is dat het boek niet te moeilijk is. Dit boek raadt ik zeker aan en is daarom het beste Nederlandstalige boek.