Nu weet je eigenlijk al de reden waarom de kerstverlichting soms helemaal uitspringt en soms niet. Het verschil zit in de soort schakeling.
Figuur 6. Serieschakeling kerstverlichting.
In figuur 6 heb ik een voorbeeld schakeling gemaakt van een serieschakeling als kerstverlichting. In het geval dat er een lampje kapotgaat, werkt dit hetzelfde als met de schakelaars waar we het eerder over hadden. De stroomkring is open en dus zal er geen stroom meer lopen door de gehele schakeling. Er is namelijk maar één weg van plus naar min en deze is opgebroken.
Figuur 7. Parallelschakeling kerstverlichting.
In figuur 7 heb ik een parallelschakeling als kerstverlichting weergegeven. In het geval dat er nu een lampje kapot zal gaan, zal dit voor de verlichting verder niet uitmaken. Het ene lampje zal uitgaan, maar er zijn nog veel meer wegen van plus naar min voor de stroom. De andere lampjes zullen dus blijven branden.
Tot slot heb je de meest voorkomende kerstverlichting, die jij waarschijnlijk thuis ook hebt. We hebben namelijk ook gekeken naar een gemengde schakeling. Dit zien we vaak terugkomen bij de kerstverlichting. Een voorbeeld is weergegeven in figuur 8.
Figuur 8. Gemengde kerstverlichting.
In figuur 8 zie je per rij vijf lampjes in serie staan. Elke rij staat daarentegen in parallel met de andere rijen. Wanneer er dan een lampje kapotgaat, zal de rij uitvallen, dus vijf lampjes. De andere rijen zullen gewoon blijven branden, omdat er nog een weg van plus naar min is.
Maak het jezelf voor de komende kerst dus makkelijk: zorg ervoor dat je kerstverlichting een parallelschakeling is. Zo voorkom je te moeten zoeken naar dat ene lampje wat zou kunnen zijn gesneuveld.