Opdracht 4 Extra informatie

Opdracht 4 Basiskennis ICT Nog meer informatie
Lees de tekst goed door.

Een andere naam voor een besturingsysteem is Operating System. De belangrijkste zijn Windows (van Microsoft), Chrome (van Google), Linux (Open Source), en Mac OS (Apple).

Zonder besturingssysteem (of besturingsprogramma) doet een computer of apparaat niets.

Het besturingssysteem is een verzamelnaam voor de software die ervoor zorgt dat de hardware van de computer kan samenwerken met de programma’s of toepassingen die de gebruiker wil starten. Zoals tekstverwerkers, internet-browsers, tekenprogramma’s, enzovoorts.


In het Engels heet een besturingssysteem een Operating System. Vandaar dat het besturingssysteem van een computer vaak wordt aangeduid met de letters OS.

De belangrijkste taak van een besturingssysteem is het verdelen van de beschikbare tijd van de processor (= hardware) over de verschillende processen (= software) die de computer moet uitvoeren. Maar het besturingssysteem regelt ook het beheer van het beschikbare geheugen en de koppeling met apparaten die aan de computer gekoppeld zijn. Die apparaten noem je randapparatuur. Voorbeelden: monitor, muis, printer, extern geheugen.

Het besturingssysteem zorgt ook dat er programma’s worden aangestuurd die de communicatie met andere computers mogelijk maken.

Als zo’n andere computer vooral tot taak heeft computers van informatie en diensten te voorzien noem je dat een server. Computers die gebruikmaken van deze centrale voorziening noemen we clients of werkstations.
De clients zijn vergelijkbaar met de computer die je als eindgebruiker thuis gebruikt, maar het verschil is dat bijvoorbeeld de opslag van bestanden en informatie centraal plaatsheeft.

Servers kunnen dus verschillende centrale taken vervullen, zoals het opslaan van bestanden (cloud) en het regelen van toegangsbeheer, het functioneren als postkantoor voor e-mail en het verzorgen van de internettoegang. Op één computer kunnen zich dus verbindingen met verschillende (software)servers bevinden. Denk bijvoorbeeld aan een webserver die je nodig hebt voor het intranet en een fileserver voor de bestanden.

Zoek de antwoorden op onderstaande vragen en vul je verslag in Word dat je bij opdracht 1 bent begonnen aan.

Opdrachten bij de tekst
4a) Maak een lijst met randapparatuur voor computers of laptops. Zoek er meer op dan in de tekst aan voorbeelden worden gegeven, minimaal 8. Zet deze lijst in een Word-document in een tabel van 2 kolommen, zodat je links de naam van het apparaat kunt zetten en rechts een afbeelding.
4b) Omschrijf in eigen woorden wat een server is en waar deze voor dient.