Mondholte

Mondholte

Je mondholte bevat het gebit, de speekselklieren en je tong.

Zie bovenstaande afbeelding om te zien waar deze speekselklieren zitten.

 

Als jij op een stukje brood aan het kauwen bent, vergroot je hiermee ook de oppervlakte van het brood. Deze oppervlakte van het brood wordt door je tanden vergroot.

De vergroting van de oppervlakte is belangrijk zodat de enzymen de voedseldeeltjes makkelijk kunnen bereiken, dit is nodig voor een snelle vertering.

De speekselklieren in je mond maken speeksel aan. In dit speeksel zitten enzymen die zetmeel afbreken(verteren). Een ander voordeel van het speeksel is dat je eten ook vloeibaarder wordt zodat het makkelijker door te slikken is. Tevens bevat speeksel ook bacteriedodende stoffen die voorkomen dat je tanden bederven.

De tong vervoert het gekauwde voedsel met toegevoegde speeksel naar je keelholte. Bij contact van het voedsel met de keelholte treedt een slikreflex op. Dit slikreflex zorgt ervoor dat het voedsel in je slokdarm komt en dus niet in je luchtpijp.

Zie de video hieronder voor verdere uitleg over de processen van het slikreflex en maak de opdracht onder de video.