Voor de verschillende ontwerp opdrachten van Technologie zul je voornamelijk gebruik maken van werktekeningen. Bij een werktekening is het belangrijk dat de juiste maten erin worden aangegeven. Met de juiste maten kun je namelijk vanaf de werktekening een model bouwen wat goed op schaal is.
In een bouwkundige tekening mogen maten nooit worden afgeleid door ze op te meten. Alle afmetingen moeten kunnen worden bepaald aan de hand van de maten die erbij staan vermeld. De juiste maat aangeven is dus belangrijk. De maten worden altijd in millimeters gegeven. Hieronder zie je een voorbeeld van een bouwtekening.

Maatlijnen
In tekeningen worden maten aangegeven met een maatlijn en twee hulplijnen. De maat wordt boven de maatlijn geschreven, liefst in het midden. De maatlijnen worden het liefst horizontaal onder de tekening gezet en verticaal rechts van de tekening. Als er meer maatlijnen nodig zijn, kunnen deze ook boven of links naast de tekening worden geplaatst.
De teksten bij de maatlijnen staan zo geschreven dat deze met maximaal één maal draaien van het blad zijn te lezen. Teksten bij verticale maatlijnen hebben daarom altijd dezelfde orientatie: linksom of rechtsom.
Soms is de totale lengte van een voorwerp opgebouwd uit verschillende lengtes. In het voorbeeld hierboven van het bed zie je dat bij het bed twee verschillende lengtes zijn staan aangegeven. De ene lengte is gemeten vanaf de binnenkant van het bed, dit zou dan ook de lengte van de matras moeten zijn De andere lengte is gemeten vanaf de buitenkant van het bed, dat is de totale lengte van het bed. De lengte die is gemeten vanaf de binnenkant van het bed noemen we een deelmaat. Deze maat is een gedeelte van de totale lengte, in dit geval van het bed.
In een technische tekening staan de deelmaten dichtbij het figuur en staan de totaalmaten verder weg. Op deze manier blijft de tekening overzichtelijk, de hulplijnen hoeven elkaar niet te kruizen.
Maak nu de volgende opdrachten:
Lijnstukken Meten & Tekenen
Normschrift & Maataanduiding
Gebruik hiervoor onderstaande links of haal de opdrachten op bij de docent.
Wanneer je klaar bent met alle opdrachten maak je de eindopdracht. Let op! De eindopdracht wordt beoordeeld met een O/V/G en telt dus mee voor je rapport.