Stap 4 - Spreken
Spiel
Op school hoor je vaak zinnen als:
- "Schrijf dat in je schrift!"
- "Dit is het huiswerk voor morgen/volgende week."
- "Heb je het begrepen?"
- "Wat moeten we maken?"
Samenwerken
- Maak een groep van drie of vier personen.
- Verzin zelf nog een aantal zinnen die je ook regelmatig op school hoort.
Schrijf ze op. Er moeten minimaal drie zinnen per persoon komen.
- Vertaal de zinnen hierboven plus de zelf verzonnen zinnen in het Duits.
Gebruik eventueel een online woordenboek.
Hulpzinnen:
- Zijn jullie klaar?
- Ik ben mijn etui vergeten.
- Meneer/mevrouw ..., kunt u dat uitleggen?
- Vandaag valt Nederlands uit.
- Kun je me met het huiswerk helpen?
- Heb je al voor het proefwerk geleerd?
- Op welke pagina staat dat?
- Is dat een spiekbriefje?
- Mag ik naar de wc?
- Wat hebben we het volgende uur?
- Waar is jouw boek?
- Mag ik je pen lenen?
- Morgen hebben we een so.
- Snap jij dat?
- Schrijf dat in je schrift.
Controleer hier de vertaling van de hulpzinnen.
Reageren op zinnen
Maak van de vertaalde zinnen strookjes.
Trek om de beurt een strookje en lees de Duitse zin voor.
De andere groepsleden reageren in het Duits met een passend antwoord of geven een passende reactie.
Vervolgens is het de beurt aan het volgende groepslid.
Ga door tot je alle zinnen besproken hebt.