Met behulp van reflecties kun je achterhalen of je tijdens een bepaalde (werk-)situatie bewust en doordacht hebt gehandeld. Door te reflecteren op jouw begeleidersrol tijdens het familiegesprek kom je er achter of je jouw handelen ook kunt inzetten in andere situaties. Een handig hulpmiddel voor het schrijven van reflecties is de STARRT methode, wat staat Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie en Transfer. Bij ´Transfer´ gaat het om of je de acties ook wendbaar (in andere situaties) kunt toepassen. Om daar achter te komen, schrijf je deze reflectie.
Om te reflecteren op het door jou begeleidde familiegesprek ga je de vragen van de STARRT-methode beantwoorden. Ook ga je – om voor een volledige reflectie te zorgen - in op de verkregen feedback van de observator en gebruik je daarvoor het observatieformulier en de video-opname van het gesprek. Bij de reflectie op de ontvangen feedback ga je in op zaken die je zijn opgevallen en heb je aandacht voor wat je naar aanleiding van de feedback in je handelen wilt aanscherpen .
Je maakt een lopend verhaal van jouw (STARRT-)reflectie op het familiegesprek en gebruikt daar de onderstaande methode én de verkregen feedback uit het ingevulde observatieformulier voor. Het reflectieverslag (maximaal 1 A4) voeg je vervolgens toe aan het opdrachtenportfolio voor `Regie voeren, periode 3`.