Hoofd
Tijdens situaties als deze wil ik altijd meteen helpen, in elke vorm : fixeren, hulp halen, letten op de andere cliënten en de dienst ‘gewoon’ door draaien. Dit doe ik dan ook meteen.
Ik ben op donderdagmiddag vaak gefocust op het bel-moment van L met haar moeder, vaak bouwt er tijdens dit moment veel spanning op bij L en als we daar als begeleiding op tijd bij zijn kunnen we haar beschermen tot een uitbarsting. Daarom is er altijd begeleiding bij het bellen en is de andere collega gericht op de groep en staat als achterwacht bij L.
Ik heb L gelukkig nog nooit hoeven fixeren, dit omdat ik meestal word ingezet als achterwacht en ook omdat ik mijn training fixeren nog niet heb afgerond.
Hart
Situaties als deze gaan me altijd aan het hart, zo schrijnend om te zien hoe een client, door bijvoorbeeld onduidelijkheid, zo zichzelf kwijt kan raken. Wat niet alleen vervelend is voor de client zelf, maar ook voor haar omgeving.
Ik probeer mijn eigen emoties en gevoelens tijdens deze situaties meestal zoveel mogelijk uit te stellen. Omdat het in zo’n situatie vooral gaat over de client zo snel mogelijk weer ‘terug’ krijgen en hoe meer emoties hierbij komen, hoe langer dit duurt. Andere cliënten hou ik daarom ook zoveel mogelijk uit de buurt van situaties als deze, omdat ze er van kunnen schrikken en hierdoor hetzelfde gaan doen, bang worden of ook zichzelf kwijtraken, door de vele emoties die op zo’n moment samenkomen.
Later, wanneer iedereen rust heeft gevonden en het ‘probleem’ of de oorzaak ervan is opgelost, komen mijn emoties. Wanneer ik stil zit en er rustig over na kan denken, dit kan bespreken met collega’s of wanneer cliënten bij mij komen met vragen of voor een knuffel als troost.
Tuurlijk handel ik vanuit mijn gevoel tijdens deze situaties, maar ben mijn emoties vaak de baas!
Handen
Ik heb tijdens het telefoon gesprek steeds op de gang gestaan te luisteren. Ik hoorde aan het geluid van L dat ze spanning aan het opbouwen was en wilde meteen in actie kunnen komen wanneer dit nodig was. Toen L had opgehangen met moeder en de spanning oversloeg in agressie heb ik collega L gevraagd wat ik kon doen om haar te helpen, ze zei ga collega R maar snel halen, dat heb ik gedaan. Daarna heb ik alle andere cliënten naar de woonkamer of hun slaapkamer gebracht en de deur gesloten, zodat zij niet de agressie en fixatie van L zouden zien en misschien zelfs horen. Ik heb ze allemaal drinken en fruit gebracht en ben vervolgens om het hoekje van L haar slaapkamer gaan staan om te luisteren of mijn hulp nodig was. Dit was nog niet zo en ik ben verder gegaan met de dienst, koken en begeleiden van andere cliënten en deze uit de buurt houden van L, ik heb de cliënten uitgelegd dat ze niet naar de gang mochten omdat L heel verdrietig was en geen afleiding kon gebruiken, dit snapte ze allemaal en ze bleven netjes uit de gang.
Tussendoor ben ik een paar keer wezen luisteren bij de slaapkamer van L : of mijn hulp nodig was, hoe verdrietig/boos ze nog was, of het gezicht van een andere begeleider nodig was en of ze al wilde knuffelen.
Collega L had L al lekker geknuffeld en was ontspannen genoeg om met de groep te eten, ik had het eten klaar en heb me tijdens het eten vooral gericht op het gezellig kletsen met de andere cliënten en op de vaste taken tijdens het eten, zodat collega L zich volledig kon richten op L en een mogelijk volgende uitbarsting.