Stap 2 - De Watersnoodramp

De watersnoodramp van 1953
Dat het belangrijk is om je kust goed te verdedigen tegen de zee heeft ons land in 1953 hardhandig geleerd. In de nacht van 31 januari op 1 februari van dat jaar zorgde een combinatie van storm en springvloed voor een van de grootste rampen in onze geschiedenis. Door de stormwind werd het zeewater voor de kust van Zeeland opgestuwd tot een hoger peil dan normaal. Dit effect werd nog eens versterkt doordat het op dat moment springtij was.

Om te begrijpen wat dat betekent dien je de video te bekijken en de tekst over getijden en waterstanden hieronder te lezen.


Bekijk het filmpje over eb en vloed.

Video: Hoe ontstaan eb en vloed

In het filmpje zie je hoe de maan aantrekkingskracht heeft op de aarde en daardoor water naar zich toetrekt. Aan de andere kant waar de maan staat en aan de tegenoverliggende zijde van de aarde, is het dan vloed. Tussen die twee gebieden is het eb. Niet alleen de maan heeft een grote invloed op de getijden. Ook de zon heeft dat. Als de zon en de maan op één lijn met de aarde staan, wordt er extra hard aan het water getrokken. Dit gebeurd tijdens volle maan en nieuwe maan. Hierdoor ontstaat extra hoog hoogwater en extra laag laagwater. Dit heet springtij. Als de zon en de maan elkaar tegenwerken, doordat de zon haaks op de aarde en maan staat, is het hoogwater minder hoog en het laagwater minder laag. Dit heet doodtij.

Ook verder in het binnenland overstroomden veel geieden. Dat kon gebeuren omdat in die tijd een aantal grote zeearmen vrij het land in liep. Zie ook de kaart hieronder voor het gebied dat overstroomde.

Overstroomd gebied Watersnoodramp 1953
Overstroomd gebied Watersnoodramp 1953.
Bron: Wikipedia onder CC-BY 2.5 van https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/f/f5/Watersnood_van_1953.png

 

Vragen.