In deze opdracht ga je oefenen met de denkhoeden. Deze opdracht kan met de hele groep of in 2 groepen van minimaal negen personen.
Per groep is er 1 student
OPDRACHT REFLECTEREN
Situatie
In de beschermde woonvorm waar je met cliënten met een verstandelijke beperking
werkt, komt de directie met een nieuw idee. Alle cliënten moeten ‘s morgens
gezamenlijk ontbijten. Om halfacht. Het is een manier om te bezuinigen, want eerst
werden sommige cliënten persoonlijk op hun eigen kamer begeleid bij het zelfstandig
maken en eten van hun ontbijt. De meeste begeleiders vinden het een vreselijk idee,
het is toch juist fijn als de cliënten een-op-een geleerd wordt hoe zij zelfstandig kunnen
ontbijten. De directie laat het experiment een maand draaien. De begeleiders houden
één maand een logboek bij. Daarin zetten ze hoe ze zich voelen bij de maatregel en
wat het betekent voor hun handelen.
Na een maand komt het team bij elkaar. Op de tafel liggen hoeden in allerlei kleuren.
Elk teamlid zet een hoed op en reflecteert vanuit de bijpassende manier op de
maatregel. Zo komen er emoties naar boven, maar ook kansen, positieve, negatieve
en objectieve ervaringen. De blauwe hoed zorgt dat de teamleden niet afdwalen.
1. Je hebt bovenstaand voorbeeld gelezen over de beschermde woongroep waar voortaan
gezamenlijk ontbeten wordt. Dit voorbeeld speel je uit met zes denkhoeden. Verdeel de zes hoeden
over zes personen. Vanuit de kleur mogen ze reflecteren op de maatregel:
- Als je de witte hoed ophebt, probeer je zo objectief mogelijk te denken. Dus volgens de feiten.
- Als je de zwarte hoed ophebt, denk je zo negatief en pessimistisch als mogelijk. Wat voor ergs
kan er allemaal gebeuren?
- Als je de gele hoed ophebt, probeer je alles van de zonnige kant te zien. Je bent dan optimistisch.
- Als je de groene hoed ophebt, ben je creatief. Je bedenkt zo veel mogelijk alternatieven en
nieuwe mogelijkheden.
- Als je de rode hoed ophebt, reageer je vanuit je emoties. Je let er vooral op hoe je je voelt.
- Als je de blauwe hoed ophebt, let je vooral op het proces van denken. Je let erop dat je bij het
onderwerp blijft en niet afdwaalt.
2 Iedere hoed bereidt zich voor op zijn rol.
3 De rest van de groep observeert. Iedere persoon met een denkhoed op wordt door minimaal één
persoon geobserveerd. Verdeel de observeerrollen. Iedere observant observeert maximaal twee
personen. Bespreek na of de ‘denkhoeden’ goed functioneerden. 1 persoon notuleert de bevindingen. Mail deze naar de docent.
4 De personen met de denkhoeden mogen ook verslag doen van hoe zij zich voelden met de hoed
op. Konden ze aangeven wat ze erover wilden zeggen? 1 persoon notuleert de bevindingen. Mail deze naar de docent.