Tot aan de jaren '50 van de vorige eeuw hadden kinderen en jongeren nog weinig te vertellen. Er werd niet naar jongeren geluisterd. Toch komt daar rond 1960 verandering in. Door de komst van een generatie die niet de oorlog had meegemaakt, maar waren opgegroeid in rust en vrede, kwam er een beweging waarbij de jongeren zich lostrokken van de oudere generatie.
Ontzuiling:
Vroeger leefden de mensen in vier verschillende zuilen. Je was liberaal, socialist, katholiek of protestant. Als kind betekende dat je dezelfde krant las als je ouders, mee ging naar dezelfde kerk en keer naar je eigen oproep. Ook stemde je op de partij, die het beste bij je eigen zuil hoorden. Iedereen in zijn eigen zuil.
Toen in de jaren '60 de jongeren hun eigen keuze gingen maken, verdwenen deze zuilen. Kinderen volgden niet meer langzaam de denkbeelden van hun ouders en kozen hun eigen weg.
1960-1980:
Deze tijd staat vooral bekend om de tijd waarin hippies in de wereld en de provo's in Nederland zich begonnen af te zetten tegen de oudere generatie. Mensen die iets te vertellen hadden (politie, bestuur en andere rijken) werden vaak in verlegenheid gebracht met ludieke acties. Provo (wat kort is voor provoceren) deden vaak acties om het gezag uit te dagen. Het gezag kon daardoor moeilijk ingrijpen. Hard ingrijpen was onsympatiek en zacht ingrijpen was slap.
Punk en Anarchisme
In de jaren '80 wordt de punk en anarchistische beweging op. Verzetten tegen de machthebber bleek de trend, maar nu wilden de jongeren een wereld zonder echte machthebbers. Iedereen gelijk.
In Nederland kwam hierbij de krakersbeweging op. De woningnood was zo hoog, dat jongeren een lege woning gingen kraken. Tijdens de inhuldiging van koning Beatrix liep dit uit de hand. Het protest 'geen woning, geen kroning' liep uit tot rellen in de stad.