stoffen beschrijven aan de hand van de volgende stofeigenschappen: kleur, geur, oplosbaarheid in water, fase bij kamertemperatuur, elektrische geleiding, kookpunt, smeltpunt, dichtheid, de mate van warmtegeleiding, brandbaarheid en mengbaarheid.
metalen en kunststoffen beschrijven aan de hand van stofeigenschappen.
aan de hand van gevarensymbolen beschrijven welke gevaren het gebruik van bepaalde stoffen met zich meebrengt.
Mengsels
aan de hand van de dichtheid van stoffen beschrijven dat voorwerpen zinken, zweven of drijven in water.
het begrip zuivere stof beschrijven.
een aantal zuivere stoffen herkennen en benoemen.
bekende stoffen in zuivere stoffen en mengsels indelen en van de mengsels kun je de bestanddelen beschrijven.
de volgende mengsels benoemen en beschrijven:
- suspensie,
- oplossing
- legering
- emulsie.
Scheiding
de volgende scheidingsmethodes benoemen en beschrijven: bezinken en afschenken, filtreren en indampen.
beschrijven verwarmen of afkoelen van stoffen faseovergangen kunnen veroorzaken.
Waterzuivering
de productie van drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater beschrijven.
van water benoemen waar ik het tegenkom (waaronder kraanwater, regenwater, zeewater, koelwater) en waar ik het voor gebruik.