Hexadecimale getallen optellen

Dit gaat op dezelfde manier als decimaal.
Om de 16 cijfers van het hexadecimale systeem weer te geven worden de 'cijfers' 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, A, B, C, D, E en F gebruikt. Hieronder nog even een overzicht hoe het alweer met de hexadecimale getallen zat.

dec hex       dec hex       dec hex     dec hex
1 1   16 10   31 1F   256 100
2 2   17 11   32 20   257 101
3 3   18 12   33 21   265 109
4 4   19 13   34 22   266 10A
5 5   20 14   35 23      
6 6   21 15   36 24   272 110
7 7   22 16   37 25      
8 8   23 17   38 26   281 119
9 9   24 18   39 27   282 11A
10 A   25 19   40 28      
11 B   26 1A   41 29   4096 1000
12 C   27 1B   42 2A      
13 D   28 1C   43 2B      
14 E   29 1D   44 2C      
15 F   30 1E   45 2D      

 

Optellen gaat op dezelfde manier 7+8=F. (Decimaal 7+8 =15)
4A9 betekent 4·162 + A·161 + 9·160 =4·64+10·16+9·1 (162 zijn eigenlijk de "honderd"tallen, 161, geven dan eigenlijk de "tien"tallen weer en 160 zijn de "eenheden".

4A9
59E +
___

Van rechts naar links: (getallen tussen ' zijn decimaal)
9 + E = '9+14'='23' = '1·16+7' = 17, dus 7 opschrijven 1 onthouden
A + 9 + 1 onthouden = '10 + 9 + 1' = '20' = '1·16 + 4' = 14, dus 4 opschrijven 1 onthouden
4 + 5 + 1 onthouden = '10' = A

4A9
59E +
___
A47