3.1 Bloedverlies.
Er kan bloedverlies optreden in het begin van de zwangerschap. De zwangere kan hierbij een pijnlijke onderbuik aangeven. Hieronder worden de mogelijke oorzaken gegeven.
De verpleegkundige zorg bestaat uit:
Abortus provocatus:
Sinds 1984 is het afbreken van de zwangerschap wettelijk toegestaan. Dit kan in abortusklinieken tot 13 weken en in het ziekenhuis tot 22 weken zwangerschap. Tussen verzoek en ingreep moeten 5 dagen zitten.
3.2 Ziekten tijdens de zwangerschap.
Zwangerschapshypertensie hierbij is de bloeddruk te hoog tijdens de zwangerschap. De zwangere kan het advies krijgen te stoppen met werken en rustiger aan te doen.
Er vinden vaker controles plaats met bloed- urinecontrole bijvoorbeeld op eiwitverlies. Via een CTG. wordt de conditie van het kind gecontroleerd.
Toxicose/Pre- eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) hierbij zien we ook meer dan 300 gram eiwitverlies in de urine.
De volgende symptomen zijn bekend: hoofdpijn, wazig zien, een bandgevoel in de bovenbuik, tintelende vingers vanwege oedeem, misselijkheid, braken en algehele malaise.
De placenta kan minder goed functioneren en daardoor krijgt het ongeboren kind minder voedingsstoffen en zuurstof.
De zwangere wordt opgenomen in het ziekenhuis waarbij de bloeddruk gemonitord wordt, de lever- nierfunctie en stollingsfactoren in het bloed worden nagekeken, de urine wordt gecontroleerd op eiwitverlies. De foetus wordt via een CTG en echografie in de gaten gehouden.
Hellp-syndroom. Beantwoord de volgende vragen.
1. Leg uit wat het HELLP syndroom inhoudt.
2. Welke symptomen kunnen voorkomen als een zwangere het HELLP-syndroom
heeft?
3. Welke oorzaken ken je?
4. Hoe is de behandeling?
5. Welke verpleegkundige taken heb je als je een vrouw verpleegt met het HELLP-
syndroom?
6. Op welke afdeling wordt een zwangere verpleegd met het HELLP-syndroom?
7. Als iemand het HELLP-syndroom heeft gehad is het belangrijk dat iemand tijd
nodig heeft om te herstellen, wat is hierbij belangrijk?
8. Is er een vereniging voor mensen die het HELLP-syndroom hebben gehad?
9. Wat is het doel van zo’n vereniging?
Verwerk de antwoorden van bovenstaande vragen in een folder voor patiënten en zet de folder op SharePoint in de inleverbox.
Lees vooraf hoofdstuk 7 en 8 uit het boek.
3.3 Infecties en ziekten tijdens de zwangerschap.
Rubella (rode hond); sinds 1987 kan hier tegen gevaccineerd worden (BMR). De ziekte kan gevolgen hebben voor het ongeboren kind als de zwangere rode hond doormaakt. Deze gevolgen kunnen zijn: spontane abortus, kans op doodgeborene, oog-hart- en/of, oorafwijkingen, mentale retardatie, groeiachterstand.
Toxoplasmose; kan gevolgen hebben voor het ongeboren kind zoals vroeggeboorte, intra uteriëne vrucht dood (iuvd) dit betekent dat het kind in de baarmoeder overlijdt. Aantasting van de hersenen, oogafwijkingen kunnen voorkomen. De zwangere kan besmet worden door het eten van rauw vlees, ook kan de parasiet in uitwerpselen zitten van katten en in de grond waar kattenontlasting in zit.
Herpes:dit is een virale infectie op de lip of kan ook op de genitaliën zitten. Type 1 kan een koortslip veroorzaken en type 2 kan op de geslachtsorganen zitten dit heet herpes genitalis. Dit kan dodelijk zijn voor pasgeborene, vaak meningitis.
Congenitaal Zikavirus syndroom; besmetting door de gelekoortsmug. Het ongeboren kind kan besmet raken en aangeboren neurologische afwijkingen krijgen zoals microcefalie.