Lees vooraf hoofdstuk 6, 7, en 8 uit het theorieboek.
1.2 Zwangerschap.
Om vast te stellen of een vrouw zwanger is kan de urine worden getest of het HCG- hormoon (humaan choriongonadotrofine) aanwezig is. De test kan een vrouw zelf uitvoeren of via de huisarts.
De volgende lichamelijke verschijnselen kunnen optreden;
Er kunnen ook psychische verschijnselen optreden:
De zwangere bezoekt rond de 12 week van de zwangerschap de verloskundige en gaat om de vier weken voor controle. Vanaf week 25 t/m 30 gaat ze om de drie weken voor controle. Vanaf week 31 t/m 36 om de twee weken en vanaf week 37 t/m 42 om de week.
De volgende gegevens worden gecheckt:
Anamnese met daarin algemene gegevens.
Familiaire-, gynaecologische- en verloskundige gegevens.
Rond de 10e week en de 18 week van de zwangerschap wordt er een echoscopie gemaakt.
Tijdens het bezoek aan de verloskundige worden de volgende gegevens bij gehouden:
Gevaren tijdens de zwangerschap.
Er wordt afgeraden om te roken. Tijdens de zwangerschap wordt er nieuw weefsel gevormd en daarvoor is er extra zuurstof nodig. Nicotine neemt de plaats in van zuurstof binnen de bloedvaten, waardoor de vrucht minder zuurstof krijgt, ook via de placenta kunnen andere schadelijke stoffen door het roken binnenkomen. Er is een grotere kans op het loslaten van de placenta, prematuriteit, groeiachterstand, ademhalingsproblemen, ontwikkelingsproblemen, voedingsproblemen en abortus.
Ook wordt het consumeren van alcohol afgeraden. Via de placenta komt alcohol bij het kind binnen. De kans op groeivertraging, aantasting van zenuwcellen, abortus. Bij overmatig gebruik kan het kind het foetaal alcohol syndroom (FAS) krijgen.