Voeding pasgeborene.

Lees voor het starten van deze les hoofdstuk 14.

 

11.1 Anatomie en fysiologie van de borsten.

 

Na deze les kun je:

de anatomie en fysiologie van de borst beschrijven.

Informatie geven over het geven van borstvoeding.

Informatie geven over flesvoeding.

 

De borst bestaat uit:

melkkliertjes liggen achter in de borst, lijken op kleine trosjes en bevatten melkproducerende cellen. Hier tussen zit bind- en vetweefsel. De melkkliertjes hebben een eigen melkgang met afvoergang (melkkanaal). Deze komen uit in de tepel, hierin zitten wel 20 kleine gaatjes, waadoor de melk naar buiten komt.

Melkproducerende cellen zorgen voor aanmaak van moedermelk.

Spiercellen trekken samen rond melkkliertjes en zorgen ervoor dat de melk eruit komt.

Tepelhof is de donker gekleurde huid (hyperpigmentatie) rondom de tepel. Hierin liggen geur-en zweetklieren.

In en rond de borst liggen lymfvaten en lymfklieren, deze voeren de overtollige melk weg tijdens en na het voeden en zorgen voor afvoer van bacteriën en infecties.

 

Hoe gaat bostvoeding?

Twee hormonen Prolactine en oxytocine spelen een rol.

Prolactine: produceert moedermelk.

Oxytocine: zorgt voor toechietreflex en samentrekken van de uterus.

 

Borstvoeding is een levend product, aangepast aan de ontwikkeling van het kind. Het vormt de overbrugging van het beschermde leven in de uterus naar de immunologische onafhankelijkheid.

De keus voor borstvoeding kan pas goed worden gemaakt als de moeder informatie erover heeft gehad. In principe kan iedere vrouw borstvoeding geven. De keus voor borstvoeding is een metaliteitskwestie en ongewild speelt emotie mee. Veelal kiezen vrouwen op grond van hun emotie.

Het is goed om vrouwen te laten kiezen voor borstvoeding op grond van kennis.

De samenstelling van borstvoeding:

- voormelk; deze bestaat uit 90% water

- achtermelk; deze bevat meer caloriën

- vitamine A en eiwitten

- antistoffen

- colostrum; dit is het eerste vocht, lijkt gelig van kleur, bevat veel eiwitten, mineralen, vitaminen en antistoffen. Is licht verteerbaar en laxerend.

 

Voordelen borstvoeding:

Voor de moeder:
*Minder kans op borstkanker, eierstokkanker.
*Minder last van osteoporose.
*Is goedkoop.
*Altijd bij de hand.
*Altijd vers.
*Uterus trekt sneller samen, daardoor korter vloeien.
*Moeder komt op natuurlijke wijze op oude gewicht.
*Menstruatiecyclus komt minder snel weer opgang.
*Goed voor relatie moeder-kind.
 
Voor het kind:
*Minder snel ziek / minder ziekenhuisopnames.
*Minder kans op overgewicht.
*Beter voor kaakontwikkeling / bevredigt zuigbehoefte / beter slapen.
*Beschermt tegen wiegendood.
*Minder klachten bij allergie.
*Minder kans op ziekte van Crohn, diabetes mellitus.
*IJzer uit moedermelk wordt goed opgenomen.
*Ontlasting is zacht, licht verteerbaar.
 

Voordelen voor de maatschappij:

* Minder kosten voor gezondheidszorg.

* Minder afwezigheid door zieke werkwerknemers.

* Besparing op het gezinsbudget.

* Minder belastend voor het milieu.

 

Nadelen borstvoeding:

*alleen de moeder kan het geven (anderen via afgekolfde melk).
*onbekend hoeveel voeding.
*kan moeilijk op gang komen.
*reactie op eten.
*kan pijnlijk zijn.
*gedronken hoeveelheid is onbekend.
*bevat weinig vitamine K en D
 

WHO en UNICEF.

De World Health Organisation heeft 10 vuistregels opgesteld voor instellingen met moeder- en kindzorg. Ook Unicef maakt zich sterk voor borstvoeding.

01 Beleid voor borstvoeding moet op papier staan en bekend zijn voor betrokken medewerkers.

02 Medewerkers moeten vaardigheden aanleren om dat beleid uit te voeren.

03 Zwangeren moeten voorlichting krijgen.

04 Moeder moeten binnen het uur geholpen worden met aanleggen.

05 Medewerkers moeten uitleg geven over aanleggen, hoe melkproductie in stand kan worden gehouden.

06 Baby’s mogen geen andere voeding krijgen, tenzij op medische indicatie.

07 Moeder en kind niet scheiden, rooming-in.

08 Voeding on demand.

09 Geen fopspeen of speen geven.

10 Verwijzen naar borstvoedingsbegeleidingsgroepen

 

Start borstvoeding.

Binnen het uur na de partus het kind aanleggen; het kind is dan alert, om snel de voeding opgang te krijgen, voor het opgang brengen van de stofwisselling zodat meconium kan worden geloosd, om de glucosespiegel op peil te houden van het kind. Ook is het van belang dat de uteruscontracties ontstaan waardoor er minder kans is op een nabloeding bij de kraamvrouw.

Belangrijk is dat het kind 7 of 8 keer voeding krijgt binnen 24 uur.

 

Houding bij het aanleggen.

Er zijn verschillende houdingen waarin borstvoeding gegeven kan worden.

Madonna houding; het hoofd van het kind ligt in de elleboog en benen liggen voor de buik van de moeder.

Rugby houding; hoofd van het kind ligt in de hand van de moeder, de benen liggen richting de rug van de moeder.

Liggende houding; de kraamvrouw ligt op zij, het hoofd van het kind ligt op de elleboog.

 

Signalen van goed drinken.

*Blijvend ritmisch drinken.
*Hoorbaar slikken, natte mond.
*Beweging bij de slapen.
*Bolle ronde wangen.
*Ontspannen handen, armen.
*Tevreden na voeding.
*Niet direct in slaap vallen tijdens drinken.
*6-7 natte luiers per dag.
*Niet meer dan 10% afvallen de 1e week, ongeveer 150 gram groeien per week.

 

 

Uitleg termen.

On demand voeden; is op vraag- en aanbod voeden.

Regeldagen; dit zijn dagen waarop het kind meer voeding wil, dan er opdat moment is. Dit kan voorkomen rond 10 dagen, 6 weken, 3 maanden na de geboorte.

 

Borstvoedingsorganisaties.

Het is mogelijk om informatie te krijgen en lotgenotencontact door een borstvoedingsorganisatie te raadplegen. Dit kun je als verpleegkundige als tip meegeven aan de kraamvrouw.

Vereniging Borstvoeding Natuurlijk www.vbn.borstvoeding.nl

La Leche League www.lll.borstvoeding.nl

 

11.2 Problemen bij borstvoeding.

Mastitis; dit is borstontsteking.

Dit kan ontstaan door te weinig doorstroming van de borst, niet goed leegdrinken, tepelkloven

slechte hygiëne
verstopt melkkanaaltje
spruw
 
 

Symptomen:

harde- pijnlijke plekken in de borst, een grieperig gevoel met hoofd- en spierpijn. Er kan een rode plek zijn op de de borst.

 

Adviezen;

 

Spruw; een schimmelinfectie door de Candida albicans. De symptomen kunnen zijn branderige rode tepels. Dit kan een stekende pijn geven in de tepels.

 

Adviezen;

De verloskundige kan het medicijn Nystatine (schimmelbestrijdend middel) voorschrijven bij zowel de kraamvrouw als het kind.

figuur 9: anatomie van de borst

11.3 Flesvoeding.

Soms kiezen vrouwen voor flesvoeding dit kan ook door een medische reden. Bijvoorbeeld door bepaald medicijn gebruik van een kraamvrouw.

Er zijn een aantal voor- en nadelen van flesvoeding, zoals de voeding bevat vitamine K en D of een nadeel is dat de voeding klaar gemaakt moet worden.

Er zijn drie soorten spenen verkrijgbaar; de dental-, kersmodel- en driestandenspeen.

Hoeveel voeding een baby nodig heeft is afhankelijk van het gewicht. In de regel wordt 150 ml per kilo lichaamsgewicht per 24 uur aangehouden.

Een voorbeeld van een opbouwschema van flesvoeding:

Dag 1  10 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Dag 2  20 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Dag 3  30 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Dag 4  40 ml  6 a7 keer per 24 uur

Dag 5  50 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Dag 6  60 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Dag 7  70 ml  6 a 7 keer per 24 uur

Om de drie tot vier uur kan een kind op vaste tijdstippen gevoed worden, maar dit mag ook ondemand.

Flesvoeding zonder andere voeding wordt gemiddeld een half jaar lang gegeven daarna kan met andere voeding worden begonnen.

 

Zoek uit hoeveel voeding per keer gemaakt kan worden.

Zoek van internet de site van het  RIVM met het protocol van het schoonmaken van flessen en spenen, download dit op je laptop nadat je dit hebt doorgenomen.