Inventariseer eerst om welke soort dienstverlening het gaat (voor jouw sector).
Gebruik daarvoor ook nu weer een brainstormvel, zoals je in vorige taken geoefend hebt. Het brainstormvel is een hulpmiddel.
Breng vervolgens op dat braimstormvel per “soort dienstverlening” in beeld welke bedrijven daar voor in aanmerking komen als het landelijk operernde bedrijven bereft, bijvoorbeeld bij banken.
Betreft het meer regionaal werkende bedrijven, beschrijf dan meer in grote lijnen hoe de situatie in Nederland voor dat onderdeel georganiseerd is. Bijvoorbeeld voor dierenartsen.
Uiteraard hoef je deze taak alleen uit te werken voor je eigen sector.
Geef voor de landelijk opererende bedrijven (zoals banken) een beschrijving, zodat een buitenstaander een beeld krijgt van dat specifieke bedrijf.
Maak een logische indeling met paragraaf nummering in je document.
Vergelijk de uitwerking voor jouw sector (bijv. melkvee) met de uitwerking van een groep met een andere sector, bijv. varkenshouderij. Controleer of je “vergelijkbare” dingen hebt of juist mist.