Taak 7. Publiekrechtelijke organen

In vorige taken heb je leveranciers, afnemers en dienstverlenende bedrijven beschreven. En mogelijke keurmerken. In al die zaken kan een agrarisch bedrijf vrij kiezen.

Daarnaast is er een categorie instellingen/organisaties waar men die vrijheid niet heeft. Men is verplicht daar gebruik van te maken of diens regels op te volgen, bijvoorbeeld die van de NVWA. Je kunt niet zeggen, dat je geen lid wilt worden. Iedereen moet de regels van de NVWA volgen.

Je kunt ook niet kiezen bij welke gemeente je een bouwvergunning wilt aanvragen. Ook kun je niet kiezen bij wie je een bestemmingsplanwijziging wilt laten toetsen, zo zijn er nog meer voorbeelden.

Dergelijke instellingen/organisaties, (publiekrechtelijke en overheids)organen zijn samen verantwoordelijk voor wat we samenvatten als “het beleid binnen een sector”.

  1. Inventariseer met welke van dit type instellingen/organisaties en publiekrechtelijke en overheidsorganen een willekeurig veebedrijf uit jouw sector te maken heeft. M.a.w.: vul het lijstje met bovenstaande voorbeelden aan tot het compleet is.
  2. Geef per organisatie/instelling of orgaan een beknopte omschrijving in 10-15 regels, zodat voor mensen buiten de sector (of van dezelfde sector maar dan in het buitenland) duidelijk is op welke manier een veehouderijbedrijf daarmee te maken heeft. Een voorbeeld (voor de NVWA) is hierna weergegeven.

 

Voorbeeld-beschrijving voor NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit)

Dit is de controle- en opsporingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken (waaronder Landbouw valt). Dit orgaan heeft inspecteurs/controleurs in dienst die toezien op de naleving en handhaving van diverse wetten en regelingen, die betrekking hebben op:

Voor de varkenshouderij gaat het bijvoorbeeld om het Varkensbesluit, waarin diverse eisen staan m.b.t. tot het welzijn van varkens, zoals: minimale oppervlakte voor dieren in de stallen, wel/niet groepshuisvesting voor dragende zeugen.