Taak 4. Leveranciers

Later in dit project ga je voor een praktijkbedrijf bestuderen waarom men zaken doet of gedaan heeft met bepaalde bedrijven. Om daar zinvol over te kunnen praten, moet je nu eerst weten wat er allemaal is. We onderscheiden daarin 3 groepen:

a) toeleverancier (voer, fokgelten, opfokhennen, enz.)

b) afnemers (eieren, melk,vleesvarkens, enz,)

c) dienstverlenende bedrijven (adviesbureau, accountant, ez.).

In deze taak beginnen we met  a) de toeleveranciers. In de volgende taken komen b) en c) aan bod

 

  1. Inventariseer eerst om welke soort producten het gaat bij toeleveranciers.
    Gebruik daarvoor een brainstormvel, zoals hieronder als voorbeeld voor een varkensbedrijf gegeven is. De geel gemaakte cirkels geven de “soort producten” aan.
    Neem dat brainstormvel over op papier (met de pen) en maak het volledig. Dit is een hulpmiddel, het komt niet in het verslag.
  2. Breng vervolgens op dat braimstormvel  per “soort product” in beeld welke bedrijven daar voor in aanmerking komen.  Bijvoorbeeld voer kan men inkopen via ForFarmers, , Agrifirm, enz. ! Het is geoorloofd je te beperken tot de belangrijkste partijen (in zuid Nederland). Dit gedeelte hoef je alleen uit te werken voor de gekozen SECTOR, bijvoorbeeld melkvee-houderij of varkenshouderij.