Soorten inkomens

Het geld dat je ontvangt kun je verdelen in soorten inkomens.

Met tegenprestatie:

1. Inkomen uit arbeid

Je wordt beloond voor het werk dat je doet, als tegenprestatie ontvang je salaris. Als jij een bijbaantje ergens hebt ontvang je loon, omdat je een prestatie levert.

2. Inkomen uit bezit

Je hebt bezittingen waarmee je geld verdient. Bijvoorbeeld als je een vakantiehuisje hebt die je kunt verhuren of als je geld hebt op je spaarrekening waarop je rente ontvangt. Je hebt iets in bezit, waardoor het je iets oplevert.

Zonder tegenprestatie:

3. Overdrachtsinkomen

Inkomen waarvoor je geen tegenprestatie moet leveren. Het is geld dat verdiend wordt door de een, die het vervolgens afstaat aan anderen. Bijvoorbeeld geld die je ouders verdienen, waarvan ze een deel aan jou geven als zakgeld of kindertoeslag.

 

Wanneer je niet uitbetaald krijgt in geld, maar in de vorm van goederen of diensten, noem je dat inkomen in natura.