2 samen wonen

Gezinsvormen

Kerngezin

Het kerngezin (van Eng.: nuclear family) is de standaard in de hedendaagse Westerse samenleving, met name na de Tweede Wereldoorlog. Dat houdt in dat beleid en instituties vooral gericht zijn op de samenlevingsvorm die bestaat uit twee ouders en eventuele nakomelingen. Toch is de opvang door voorzieningen ontoereikend en evolueert het kerngezin vaak noodgedwongen tot grotere gezinsvormen, bijvoorbeeld wanneer een grootouder of een broer/zuster erbij komen. Zo'n 32,8% van de Europese gezinnen is een kerngezin, dus zeker niet een meerderheid.

Uitgebreid gezin

Het uitgebreid gezin of de extended family, of het huishouden aangevuld met minstens één verwant, komt minder voor, maar is in opmars als model.

We onderscheiden hierin twee types:

Personen wonen onder hetzelfde dak en vormen één huishouden waarin er uitgebreide intense interactie is. Er zijn horizontale en verticaal uitgebreide gezinnen.

Een variant hiervan is de grootfamilie

Dit gezin leeft geografisch verder uit elkaar, en heeft zeer frequente contacten, onder meer via moderne communicatie.

Een-oudergezinnen

Wanneer de man of de vrouw sterft, het gezin verlaat, of wanneer een vrouw zwanger wordt (ongewild of gewild), dan ontstaat een een-oudergezin. Dit kan vrij of gedwongen, even of voor lang zijn. Zo'n 7% van de Europese gezinnen is een-oudergezin. Alleenstaande moeders vormen een kleine 10% van de Europese gezinnen, alleenstaande vaders komen vrijwel niet voor. Alleenstaand vaderschap geniet nog steeds een lage maatschappelijke status; denk aan voorzieningen als opvoedingsondersteuning, hulpverlening en juridische rechten.

Alleenwonenden

Een alleenwonende vormt een eenpersoonsgezin. De alleenwonende zonder partner is maatschappelijk gezien relatief gezien goed aanvaard. Men gaat niet meer zo snel met een eerste lief of vriend(in) samenwonen.

Ongehuwd samenwonenden

Wanneer twee mensen zonder een huwelijkscontract onder één dak wonen, spreken we van ongehuwd samenwonenden. Dit kan als voorbereiding, als equivalent, als alternatief, als principiële verwerping zijn ('marriage kills love'-gedachte uit de jaren zestig) of als een gevolg van echtscheiding, als een teken van individuele onafhankelijkheid of met de economische risico's in gedachte. Het kan voor of na het huwelijk, tijdelijk of permanent.

Living Apart Together (LAT)

Getrouwd zijn of een relatie hebben met iemand maar niet hetzelfde onderdak delen.

Lat Gezin

Twee mensen hebben een relatie en kinderen met elkaar maar wonen niet samen.

Living Together Apart (LTA)

Samenwonen zonder een echte (intieme) relatie met deze persoon te hebben

Nieuw samengesteld gezin

Na echtscheiding of verlies van echtgeno(o)t(e), hertrouwen, een relatie aangaan of samenwonen met een niet-biologische ouder van haar/zijn eigen kind(eren).

Co-ouderschap

Het kind wordt een aanmerkelijk deel van de tijd door beide ouders verzorgd en opgevoed. Dit model kan zowel binnen een huishouden voorkomen als verdeeld over twee huishoudens. Bij de laatste variant kan zowel sprake zijn van een post-scheidingsarrangement alswel een arrangement binnen een latrelatie. Na scheiding komt de week-op-week-af variant veel voor. Kinderen verblijven dan de ene week bij de ene en de andere week bij de andere ouder. Een variant binnen co-ouderschap is Bird Nesting : het kind blijft in de huiselijke kring en de ouders verhuizen om de week (in plaats van het kind).

Holebi / Homo-ouderschap

Wanneer twee ouders van hetzelfde geslacht samenwonen spreken we van een holebi-gezin.

Mikado-gezin

De term Mikado-gezin maakt opmars. Het woord verwijst naar het welbekende spel met de stokjes. Steeds meer gezinnen vallen uit elkaar en er zijn steeds minder huwelijken. Twee individuen, ongeacht geslacht, waarvan minstens één met kinderen uit een vorige relatie, starten een nieuwe duurzame relatie, met al dan niet een huwelijk. In deze moderne wereld is het geen rariteit dat ze op hun beurt weer kinderen krijgen. De verschillende stukjes gezin komen samen in Mikado-gezinnen, en één stukje kan deel zijn van meerdere gezinnen.

Nest-gezin

Is een nieuwe trend bij co-ouderschap. Het huis blijft bewoond door de kinderen en het zijn de ouders die elke week van woning wisselen. Door bijvoorbeeld een appartement te huren, bij de ouders in te wonen of een afgescheiden deel van het huis te betrekken. Het huis blijft als het ware een nest voor de kinderen.

Fasen in de gezinsontwikkeling

Jong (echt)paar zonder kinderen

De partners evolueren van verliefdheid naar functioneler samenwonen, met een zoektocht in het evenwicht tussen gemeenschappelijkheid en individualiteit. De partnerrelaties kunnen taakgerichte (zo veel mogelijk naar elkaar delegeren van taken), autonomiegerichte (een minimum aan gemeenschappelijkheid) en overleggerichte (nog voldoende autonomie aanwezig maar toch overleg) relaties zijn.

Uitbreidend gezin

Na de geboorte van het eerste kind zal het jonge koppel te maken krijgen met rolaccumulatie en rollenconflicten. Een reorganisatie en de ontwikkeling van een opvoedingsstijl dringen zich op.

Gezin met opgroeiende kinderen

Ouders maken carrière en zien hun kinderen opgroeien. Dit veroorzaakt economische spanning en een generatieconflict, wat soms sterk samenhangt. In deze fase moeten de kinderen zich afzetten om hun eigen persoonlijkheid ten volle te ontwikkelen.

Inkrimpend gezin

De fase waarop opgroeiende kinderen het ouderlijk huis verlaten om zelfstandig te gaan wonen.

Legenestgezin

Het legenestsyndroom kan optreden bij sommige ouders wanneer hun kinderen allen het ouderlijk huis verlaten. De kinderen laten een leegte na en de partnerrelatie komt opnieuw centraal te staan, maar hierdoor kan een jarenlange kloof blootgelegd worden. Soms leidt dit tot een late echtscheiding. Deze fase hangt bovendien samen met de menopauze. De fase van het lege-nestgezin is ook sterk gemedicaliseerd (depressie, menopauze etc.).

Restgezin

De partners worden ouder en raken bejaard. Wanneer er een wegvalt zal de ander te maken krijgen met een rouwproces.

Gezin als institutie

Wat vinden jullie van deze situatie?