De onderwijspraktijk

Ik ben docent Nederlands bij een MBO-college en ik kom dagelijks in aanraking met studenten die moeite hebben met het lezen van opdrachten of stukjes tekst. Dat wil niet meteen zeggen dat een student dan dyslexie heeft, er zijn ook studenten die gewoon erg veel moeite hebben met lezen. Als ik dan in gesprek ga met zo'n student, blijkt dat hij of zij nooit leest (alleen appjes en berichten op Facebook). We leven nu eenmaal in het tijdperk van de smartphones en ik vind dat daardoor de studenten bijna niet goed meer lezen of schrijven.

Deze specialisatie heeft mij getriggerd om meer met creatief lezen te gaan doen tijdens de lessen. Ook al is het maar een half uurtje per week. Studenten mogen dan zelf een boek of tijdschrift meenemen en daarna gaan we in gesprek over wat er gelezen is of er wordt opgeschreven wat er is gelezen. Uiteraard zijn er nog veel meer mogelijkheden om lezen weer aantrekkelijk te maken, maar zover ben ik nog niet met het ontwikkelen van deze lessen. Deze opdracht heeft me in ieder geval wel doen inzien dat lezen kan helpen bij mensen met dyslexie. Dat zal niet erg snel gaan, maar het is een begin.

Ik heb in alle klassen wel iemand zitten die dyslexie heeft. Dat maakt het wel eens een uitdaging om rekening te houden met allerlei verschillende wensen, maar toch probeer ik de lessen zo in te richten dat de studenten met dyslexie en de studenten zonder dyslexie allemaal mee kunnen doen en het allemaal begrijpen. Ik houd dus echt rekening met de verschillen in de klas. Dit doe ik door de studenten met dyslexie een voorleesprogramma van Taalblokken (Malmberg) te laten gebruiken. Zij hoeven teksten dus niet te lezen. Ook mogen zij op een andere manier de opdrachten uitwerken bij het onderdeel schrijven. Dit blijken de meeste studenten met dyslexie niet te gebruiken. Zij weten nu eenmaal dat zij fouten maken en ze berusten daarin.

Hoewel er veel mogelijkheden voor mijn studenten zijn om het ze gemakkelijker te maken, maken zij daar maar weinig gebruik van. Zij zijn zelfs vaak eerder klaar met het maken van opdrachten en toetsen (examens) dan andere studenten, hoewel ze wel tijdverlenging krijgen. Als ik studenten dan vraag waar dat aan ligt, krijg ik vaak als antwoord dat zij heus wel kunnen lezen en schrijven. Ze gokken er dan op dat naast de spelling/grammatica wel alles goed gaat. Dat is helaas niet altijd het geval en als deze studenten niet op de dyslexiepas hebben staan dat er op spelling gelet moet worden tijdens toetsen en examens, krijgen zij net als iedereen de gewone beoordeling van de docent. Ook vind ik het erg jammer dat geen enkele student Claroread gebruikt. Dat zal dan toch wel een beetje schaamte zijn, want een andere reden kan ik niet bedenken. Studenten willen vooral normaal gevonden worden, alles wat afwijkt is gek of mag niet. Claroread wordt zelfs gratis aangeboden via mijn werk, maar ook dat maakt niets uit voor de studenten.

Ik denk dat studenten, als ze echt beter willen worden in lezen en schrijven, wel met de extra hulpmiddelen van het ROC aan de slag zouden gaan. ''Willen ze dan echt niet beter worden?'': vraag op me vaak af. Gelukkig ben ik een doorzetter en zal ik er alles aan doen om de dyslexie voor studenten in mijn klassen draaglijker te maken, tenminste als de wens er is bij de studenten.  Komend schooljaar ga ik me daar meer mee beizg houden en dan hoop ik dat er verandering optreedt. Helaas lukt dat nu niet meer omdat het einde van het schooljaar nadert.

 

Geschreven op: 16 juni 2019

Rianne Veenstra