Hier vindt u de vragen en antwoorden van het interview met Anouk Braakhuis (ROC van Twente)
1. Kun je als eerste even kort iets over jezelf vertellen?
Ik ben Anouk Braakhuis. Ik ben werkzaam op het ROC van Twente. Twee dagen in de week werk ik bij het loopbaancentrum als loopbaanadviseur. Daarnaast sta ik drie dagen voor de klas als docent Nederlands. Voordat ik bij het ROC van Twente kwam werken heb ik als orthopedagoog bij een dyslexiecentrum gewerkt. Hierbij heb ik de behandeling en de diagnostiek verzorgd.
2. Wat is dyslexie nou precies?
Studenten met dyslexie hebben moeite met het lezen en/of schrijven van woorden. Het is een hardnekkig probleem, extra oefening zorgt niet voor het gewenste resultaat. Het koppelen van letters en klanken werkt anders in de hersenen dan bij mensen zonder dyslexie. Eén op de tien mensen heeft moeite met lezen en spelling, bij 4% is er daadwerkelijk sprake van dyslexie.
3. Wanneer (vanaf welke leeftijd) wordt dyslexie voor het eerst ontdekt?
Dyslexie kan op jonge leeftijd al worden ontdekt. In groep 3, wanneer kinderen leren lezen en spellen, kunnen dyslectische kenmerken naar voren komen. In de kleuterklas kunnen er ook signalen zijn die duiden op dyslexie. Het kan dan echter nog niet worden vastgesteld. Dyslexie kan op zijn vroegst worden vastgesteld in midden groep 4 (bij doublure in groep 3, kan het midden groep 3 in het jaar van doublure).
4. Hoe wordt het ontdekt?
Bij de kleuters kun je al enkele kenmerken signaleren. Deze signalen hoeven niet te duiden of dyslexie, maar het kan een mogelijkheid zijn dat er sprake is van dyslexie.
•een algemeen zwak taalniveau;
•slecht versjes onthouden;
•slecht rijmen;
•moeite met de begrippen links en rechts;
•moeite met de namen van kleuren.
Wanneer een kind leert lezen en spellen kunnen onderstaande aspecten ook signalen zijn:
•spiegelen van de letters d en b
•een hekel hebben aan hardop lezen;
•lang spellend lezen;
•veel radend lezen;
•vaak struikelen bij het lezen;
•vaak een woord overslaan;
•delen van woorden weglaten;
•woorden die hetzelfde klinken door elkaar halen;
•een groeiend verschil tussen het leesvermogen en het vermogen een verhaal te begrijpen.
Een leerkracht kan het ontdekken aan de hand van de cito-scores. De leesprestaties behoren tot de zwakste 10% (E-scores) op drie opeenvolgende momenten. Ook mogen de leesprestaties behoren tot de laagste 20% (D-scores), maar dan moeten de spellingprestaties tot de laagste 10% (E-scores) behoren op drie opeenvolgende meetmomenten.
5. Welk lettertype is het meest begrijpelijk voor studenten met dyslexie?
Dit is verschillende per student. Elke student met dyslexie heeft zijn of haar voorkeuren, zo ook voor het lettertype. Het lettertype dyslexie doet vermoeden dat het ervoor zorgt dat dyslectici beter lezen met dit lettertype. Er is echter tot op heden geen wetenschappelijk bewijs dat het lettertype beter is voor het lezen.
De voorkeur gaat uit naar lettertypes met duidelijke letters en zo min mogelijk franje. Schuine letters zijn moeilijker te lezen dan rechte. Het gebruik van een groter lettertype en meer ruimte tussen woorden leidt vooral bij jonge kinderen tot een hoger leestempo en minder fouten.
Belangrijk is dat er met studenten wordt besproken wat hun wensen zijn.
6. Hoe zouden we om moeten gaan met leesonderwijs en methodes die we daarbij gebruiken voor studenten met dyslexie?
Wanneer studenten moeite hebben met het lezen van teksten is het belangrijk ze hierbij te ondersteunen. Je kunt ze bijvoorbeeld voorleessoftware aanbieden. Vanuit het ROC van Twente krijgen de studenten een licentie van Claroread. Ook kan de LEX-app gedownload worden. Deze App maakt het mogelijk gesproken schoolboeken met een smartphone of tablet te beluisteren.
7. Wat zijn de regels voor toetsen en examens voor studenten met dyslexie?
In het protocol dyslexie van het ROC van Twente staat beschreven dat studenten met dyslexie recht heeft op aangepaste toetsing en examinering. Er gelden binnen het ROC van Twente drie door het College van Bestuur vastgestelde basis onderwijsvoorzieningen voor de interne toetsen en examens:
Voor de Centrale Examens geldt een apart examenprotocol. De volgende twee onderwijsvoorzieningen worden onder voorwaarde toegekend:
Naast de drie eerder genoemde standaardvoorzieningen kan na overleg met het Loopbaancentrum het volgende toegekend worden door de subexamencommissie:
• Er wordt rekening gehouden met dyslectische spelfouten
• Mondelinge afname
• Studenten in een aparte ruimte examen laten maken
• Gebruik maken van ondersteunende spellingskaarten
De onderwijsvoorzieningen worden vermeld op een dyslexiepas.
8. Zijn er hulpmiddelen beschikbaar op school voor mensen met dyslexie? Hoe ver gaat het ROC daarin?
Het ROC van Twente biedt studenten met dyslexie het programma Claroread aan. Wanneer de studenten een faciliteitenpas aanvragen, krijgen zij ook een licentie om het programma Claroread te installeren op hun computer/laptop. Dit programma biedt ondersteuning bij het lezen en spellen.
9. Welke maatregelen zouden docenten moeten nemen als ze een dyslectische student in de klas hebben?
Ga in gesprek met de studenten en vraag wat de behoeftes zijn van hem/haar. Het is belangrijk dat een student zich gehoord voelt en zijn wensen en voorkeuren duidelijk kan maken.
10. Wil je zelf nog belangrijke informatie omtrent dyslexie toevoegen aan deze vragenlijst?
Nee.