
- Wat is de man zijn beroep?
- Wijs de pati�nt aan.
- Wat is de jongen aan het doen?
- Hoe poets je je tanden goed? (eerst van binnen, dan van buiten en dan bovenop).
- Ben je wel eens bij de tandarts geweest? Wat doen ze daar?
- Waarom zou hij een mondkapje voor hebben?
- Hoe heet die mevrouw? Wat is haar werk?