Stel jezelf voor
Opdracht:
Bij een bezoek aan buitenlandse gasten aan je school
(bijvoorbeeld bij een uitwisseling) kun je jezelf voorstellen.
Extra:
Je kent voldoende uitdrukkingen om jezelf voor te stellen.
Waar je woont
Opdracht:
Je kunt tijdens de les in het kort bijvoorbeeld iets vertellen over je woonplaats.
Extra:
Je kunt met behulp van losse woorden en korte zinnen heel eenvoudige informatie geven over school, woonplaats, hobby.