Stap 2: hoe ga ik dat doen?
Lees bron A,C,D,E en J uit het tekstboek. Dit hebben we net klassikaal besproken, maar je kunt jezelf nog een keer inlezen.
Voordat je gaat beginnen met de opdracht denk je over de volgende dingen na:
De vleugels moeten: groot/klein zijn
De vorm van de vleugels moet: breed/smal zijn
Ik wil graag een: korte/lange punt aan mijn vliegtuig.
Denk je dat het uitmaakt dat je vliegtuig binnen of buiten vliegt?
Deze antwoorden schrijf je op een papiertje!
Stap 3: ik doe mijn werk
Bij de juf haal je een kopieerblad op, wanneer je bij deze stap bent gekomen. Je volgt de stappen op het blad. Maak de vouwen scherp.
Klaar.................? Dan is het testen maar!
Het is de hoogste tijd om te vliegen.Ben jij een echte piloot?;)
Ga op een plek staan waar je niemand zult raken. Laat een klasgenoot met de stopwatch tellen hoelang jouw vliegtuig in de lucht blijft. Meet dan hoever je vliegtuig vloog. Houdt dit bij op een papiertje. Heb je dit in de gang getest? Dan kom je in de klas, zodat de juf kan zien wie er klaar is om naar buiten te gaan.