What would you like to eat?
Work with a classmate. Use the speech cards and the menu in Step 2 – Reading.
You and your classmate are at a restaurant and you want to order something to eat and drink.
Having the conversations
Persoon A: Speech card - persoon A.
What would you like to eat?
Een informeel gesprek voeren.
Niveau A2
Persoon A |
|
1 |
Vraag B of die klaar is om te bestellen. |
2 |
Vertel of je een voorgerecht wilt en waarom (niet). |
3 |
Zeg dat je allergisch bent voor zuivel. Vraag B of die misschien weet wat je kunt bestellen. |
4 |
Stem in. Vraag wat B wil drinken. |
5 |
Geef antwoord. Vraag of B nog een dessert wil. |
6 |
Geef antwoord. Stel voor om de ober te roepen. |
Persoon B: Speech card - persoon B.
What would you like to eat?
Een informeel gesprek voeren.
Niveau A2
Persoon B |
|
1 |
Zeg nee. Vraag of A een voorgerecht wil. |
2 |
Stem in met het voorstel van A. Vertel wat je wilt bestellen. |
3 |
Doe een voorstel. Leg uit waarom je dat aanraadt. |
4 |
Geef antwoord. Vraag wat A neemt. |
5 |
Zeg dat je dat niet hoeft. Stel A nog een zelfbedachte vraag. |
6 |
Stem in. |
Beoordeling: Speech card – Going out to dinner.