Opgaven

In de gemengde opgaven oefen je met het toepassen van de uitleg uit de voorgaande paragrafen.
Kale opgaven en opgaven met een verhaaltje (een context) worden met elkaar afgewisseld.

 

. 1. Grafiek

Bekijk de grafiek hieronder.

  1. Welke woordjes horen bij de y-as?
  2. Welke woordjes horen bij de x-as?
  3. Lees het begingetal van de grafiek af.
  4. Bereken de stapgrootte (hellingsgetal) van de grafiek.
  5. Maak een formule die bij de grafiek past.
  6. Laat met 2 berekeningen zien dat je gemaakte formule bij
    vraag e klopt.
     

 

 

. 2. Tabellen.

Bekijk de drie tabellen hieronder.

  1. Bereken de stapgrootte van tabel 1.
  2. Hoort er bij tabel 1 een lineaire formule?
  3. Schrijf de formule die hoort bij tabel 1 op.
  4. Bij welke tabel hoort er nog meer een lineaire formule?

 

     

 

 

. 3. Machientjes schema
Bekijk het machientjes schema hiernaast. Schrijf daarna netjes je berekening op.
  1. Voer het getal -2 in, bereken de uitvoer.
  2. Voer het getal 2 in, bereken de uitvoer.
  3. Maak bij bovenstaand machientjes schema een tabel met
    invoer van  van -3 tot 3. Vul ook de antwoorden die daarbij
    horen in.

 

. 4. Balansmethode

Hiernaast zie je een ouderwetse balans met daaronder de bijbehorende vergelijking:

 

4x + 1 = x + 10

  1. Neem de vergelijking over in je schrift.
  2. Los de vergelijking op.
  3. Laat met een berekeningen zien dat jou gevonden oplossing bij deze vergelijking klopt.

 

 

. 5. Fietskoerier  

Mitchell wil graag wat bijverdienen in de vakanties. Hij geeft zich op om fietskoerier te worden. Als fietskoerier bezorg je allerlei pakketten in de stad met je fiets.


Van de baas krijgt Mitchell elke maand €4 vergoeding voor het onderhoud van zijn fiets.
Per uur verdient Mitchell € 3,20

  1. Mitchell heeft in mei 21 uur gewerkt. Bereken zijn verdiensten.
  2. In de maand juli werkt Mitchell 28 uur. Bereken zijn verdiensten.
  3. Maak een formule die bij de verdiensten van Mitchell past.
  4. In december verdient Mitchell €32,80.
    Welke vergelijking hoort er bij deze verdiensten?
  5. Los de vergelijking van vraag d op met de balansmethode.

 

.6. Ondernemen

Iedereen die een eigen bedrijf start wil natuurlijk zo snel mogelijk er iets aan verdienen. Je wilt meer geld binnen krijgen dan dat je moet uitgeven, dan maak je namelijk winst.

 

Bekijk de grafiek hieronder, deze gaat over inkomsten en uitgaven van een bedrijf

  1. Lees het begingetal van de uitgaven af en noteer het in je schrift.
  2. Noteer de coördinaten van het snijpunt van de grafieken.
  3. Leg uit wat dit snijpunt van de grafieken betekend.
     

 

. 7. Balansmethode

Bekijk de vergelijking en los deze op met de balansmethode

 

  1.    3x + 10 = 8x + 5
     
  2.    24 + 2x =  6x + 4
     
  3.    1,5x + 32 = 4,5x + 2