Uitleg

Het begingetal.

Het begingetal geeft de begin hoeveelheid aan. Dit wordt ook wel het vaste bedrag of het startgetal genoemd.

Je vindt het begingetal door het getal nul in je formule in te vullen.
voorbeeld:

Vul je voor X het getal nul in dan krijg je

Het begingetal in deze formule is 3.

 

In een lineaire formule is het losse getal (het getal zonder letter) het begingetal.

In het laatste voorbeeld is het begingetal een keer vooraan in de formule gezet.


De stapgrootte

De stapgrootte geeft aan hoeveel er per eenheid bijkomt of afgaat.


Je kunt dit vooral goed in de tabel of in de grafiek zien

 

De stapgrootte heeft in de tabel te maken met de stapjes die zich telkens herhalen.
Maak je een stapje van 1 op de bovenste rij, dan komt er in de onderste rij een stapje van 20 bij.
Er is sprake van regelmatige toename


In de tabel hierboven zie je dat wanneer er één uur bij komt de prijs met 20 toeneemt.
de stapgrootte is dus +20 euro per uur.


Maak je in de tabel hierboven een stapje van +1 in de bovenste rij, dan neemt de hoeveelheid in de onderste rij met 4 af. Er is sprake van regelmatige afname.


*Belangrijk is dat je de stapgrootte altijd in stapjes van 1 berekend.


In de grafiek kun je de stapgrootte ook goed zien. Vaak wordt er in plaats van het begrip stapgrootte het begrip hellingsgetal gebruikt. Als je naar de grafieken kijkt dan heb je snel door waarom we de stapgrootte ook wel het hellingsgetal noemen.

Ga je een stapje van één naar rechts (x-as) dan gaat de grafiek twee omhoog( y-as).
Het hellingsgetal is +2 Bij een stijgende lijn hoort een positief hellingsgetal. 

 

 

Ga je een stapje van één naar rechts (x-as) dan gaat de grafiek twintig omlaag( y-as).
Het hellingsgetal is -20 Bij een dalende lijn hoort een negatief hellingsgetal.