Shanna werkt voor een pizzabakker. De pizzabakker betaalt Shanna iedere week loon. Per gewerkt uur krijgt Shanna € 2,50. Aan het eind van de week krijgt Shanna uit de fooienpot nog eens € 6,-. hanna werkt deze week 8 uur. Volgende week werkt zij 6 uur en in de vakantieweek werk Shanna wel 21 uur. |
Herken jij in het verhaaltje een vorm van regelmaat (herhaling), er komt iedere keer hetzelfde bij, dan hoort er een lineaire formule bij die context (verhaaltje).
Shanna werkt voor een pizzabakker.
De pizzabakker betaalt Shanna iedere week loon.
Per gewerkt uur krijgt Shanna €2,50. Aan het eind van de week krijgt Shanna uit de fooienpot nog eens €6,-.
In het voorbeeld krijgt Shanna per uur €2,50 (dit herhaalt zich dus elk uur)
en aan het eind van de week €6,- (eenmalig, een vast bedrag)
De formule wordt dan dus:
y = ax + b Verdiensten = .... x aantal uren + ....
Verdiensten = 2,50 x aantal uren + 6