Informatie over het drijven van de paperclip
De paperclip kan op het water blijven liggen omdat het bovenste laagje van water heel sterk is. Dit laagje is de oppervlaktespanning. Zo wordt dat genoemd. Goed onthouden
Een insect dat zo snel kan lopen over water? Is een schaatsenrijder dan soms lichter dan die vloeistof? Wie een schaatsenrijder van dichtbij bekijkt, ziet meteen dat hij meer moet wegen. De pootjes drukken kuiltjes in het wateroppervlak. Die schijnbare overwinning van de zwaartekracht komt door de oppervlaktespanning. Oppervlaktespanning ontstaat omdat watermoleculen elkaar sterk aantrekken.
Maar wat zijn watermoleculen nou?
Water bestaat uit watermoleculen. Je hebt allemaal onzichtbare kleine balletjes(moleculen) die water vormen. Water wordt ook wel H2O genoemd. In het water zitten heel veel H2O moleculen. Deze trekken elkaar heel sterk aan, zodat water bij elkaar blijft. Er vormen bruggen van de ene molecuul naar de andere molecuul en deze worden waterstofbruggen genoemd. Ze houden elkaar vast en dit zorgt voor de oppervlaktespanning. Oppervlaktespanning betekend ook wel een vaste ondergrond voor de schaatsenrijders.
Wanneer zeep wordt toegevoegd aan het water
neemt de oppervlaktespanning sterk af, doordat er veel waterstofbruggen(de bruggen tussen de moledulen) tussen watermoleculen worden verbroken. De paperclip(schaatsenrijder) zal zinken. De bruggen storten in en de paperclip kan er niet meer op drijven. Wanneer een schaatsenrijder over water loopt met zeep, dan zal hij zinken en verdrinken.
Literatuurlijst:
- Ikink, H.(2006, 1 mei). Lopen over water. Geraadpleegd op 14 maart 2019, van https://www.nemokennislink.nl/publicaties/lopen-over-water/
- Proefjes.(2004-2019). Punaise op water. Geraadpleegd op 14 maart 2019, van https://www.proefjes.nl/proefje/037