Het experiment:
Je weet nu wat de onderzoeksvraag is en je hebt er al even over nagedacht in je tweetal.
Onderzoeksvraag: Ben je sterker als je spieren zijn opgewarmd?
Nu is het bedoeling dat je samen met je groepje een onderzoek op gaat zetten. Je gaat een proefje (experiment) bedenken waarmee je antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. Stel dat de onderzoeksvraag was: 'Zijn jongens sterker dan meisjes?'. Dan had je als proefje kunnen doen dat je de meisjes zo vaak mogelijk laat opdrukken, en de jongens zo vaak mogelijk. Degenen die dan het vaakst op konden drukken waren het sterkst. Als je de uitkomsten weer had moeten geven in een tabel. Dan had je bijvoorbeeld op kunnen schrijven dat de meisjes in totaal maar 40 keer op konden drukken, en de jongens wel 70 keer. Dit was een voorbeeld. Bedenk nu een proefje passend bij onze onderzoeksvraag (ben je sterker als je spieren zijn opgewarmd?).Ga kort met je groepje overleggen over een experiment, ongeveer 10 minuten. Denk ook aan de materialen die je nodig hebt om je experiment uit te voeren. Het moeten wel materialen zijn die op school aanwezig zijn en je gemakkelijk kunt gebruiken.
Hebben jullie een experiment bedacht? Goed, leg het experiment eerst uit aan je leerkracht. De leerkracht moet goedkeuring geven voor jullie experiment. Als jullie goedkeuring hebben kunnen jullie de materialen verzamelen en het proefje uit gaan voeren. Het uitvoeren doe je met je eigen groepje, dus niet met kinderen uit een ander groepje. Je mag het proefje in de klas doen, maar ook buiten. Overleg hiervoor eerst met de leerkracht.
Zijn jullie klaar met het uitvoeren van het experiment? Voor in de klas kunnen jullie een groot papier pakken, dit wordt jullie poster. Op jullie poster moeten jullie aangeven wat voor experiment jullie hebben gedaan en moeten jullie de uitkomsten noteren. De uitkomsten kun je opschrijven, maar je kunt ook een grafiek of tabel maken. Dit mogen julie zelf bepalen. Je mag er ook bij tekenen als het experiment daar duidelijker van wordt. Uiteindelijk schrijf je jullie antwoord op van de onderzoeksvraag (de conclusie).