Toets

In deze toets worden alle leerdoelen behandeld, behalve de leerdoelen uit les 3. Deze worden getoetst in de brief.

 


 

De toets bestaat uit 16 vragen, waarvan vier open vragen. Het andere deel bestaat uit multiple choice vragen, klikvragen en stukken op chronologische volgorde zetten. Het antwoordmodel is hieronder weergegeven. De toets zal tussen de 30 en de 40 minuten duren.

 


 

Antwoordmodel:

1. Is het kinderarbeid als je als 12-jarige door je ouders gedwongen wordt om een gat in je broek dicht te naaien?

Nee

2. Is het kinderarbeid als je als 14-jarige elke avond drie uur moet afwassen in het restaurant van je ouders?

Ja

3. Is het kinderarbeid als je als 15-jarige elke dag 6 uur moet afwassen in het restaurant van je ouders?

Nee

4. Is het kinderarbeid als je als 10-jarige elke dag een uur lang fruit moet verkopen op de markt?

Ja

5. Hieronder staan zes producten. Drie van die producten zijn gemaakt met kinderarbeid. Klik op die drie producten.

✔ Spijkerbroeken

✔ Chocolade

✔ Goud en juwelen

6. Noem zelf nog twee producten die met kinderarbeid worden gemaakt.

Vaak zijn dit delfstoffen of landbouwproducten, maar ook bijvoorbeeld mobieltjes.

7. Hieronder staan verschillende soorten bedrijven. Klik op de bedrijven waar vaak kinderarbeid bij aan te pas komt.

✔ Kleding en textiel bedrijven

✔ Mijnbouw

✔ Akkers en landbouw

8. Rond welk jaartal is Het Kinderwetje van Van Houten ingevoerd?

1. ✔ 1870

9. In welk tijdsvak is Het Kinderwetje ingevoerd?

8. Tijd van burgers en stoommachines.

10. Het Kinderwetje van Van Houten ervoor dat kinderen jonger dan 12 jaar:

A. Niet meer in fabrieken hoefden te werken

B. Naar school mochten gaan

1. ✔ A is goed en B is fout

11. Hieronder staan een paar zinnen. Ze beginnen allemaal met "Sinds het Kinderwetje van Van Houten..." Klik de zinnen aan die niet waar zijn.

Sinds het Kinderwetje van Van Houten mochten 10-jarigen nog werken in fabrieken.

Sinds het Kinderwetje van Van Houten  moesten 10-jarigen naar school gaan.

Sinds het Kinderwetje van Van Houten moesten 14-jarigen naar school gaan.

12. Hieronder staan zes gebeurtenissen. Zet ze in de juiste volgorde.

  1. Veel kinderen in Nederland werken in fabrieken.
  2. Mensen protesteren tegen kinderarbeid.
  3. Het Kinderwetje van Van Houten wordt ingevoerd.
  4. Kinderen mogen niet meer in fabrieken werken.
  5. Veel kinderen moeten thuis op in het huis, of op het land werken.
  6. De leerplicht wordt in Nederland ingevoerd.
  7. Alle kinderen in Nederland moeten naar naar school.

13. In de lessen hebben we gezien dat kinderarbeid vandaag de dag nog in veel andere landen voor komt. Noem zelf drie landen.

Landen in Azië en het zuiden van Afrika zijn behandeld in de les.

Denk aan Ghana, Ivoorkust, Congo, Cambodia, Bangladesh en China.

14. Unicef komt op voor de rechten van kinderen. Ze verzetten zich tegen kinderarbeid. Daarnaast doet Unicef nog veel verschillende dingen voor kinderen. Noem drie van die dingen.

Unicef helpt kinderen op elk gebied van hun leven, of het nou gaat om onderwijs, bescherming of goede zorg. Het maakt niet uit waar ze wonen, waarin ze geloven en wat hun afkomst is.

15.  Wat voor soort dingen doet Unicef om kinderarbeid te bestrijden? Noem drie dingen.

Unicef zorgt er bijvoorbeeld voor dat kinderarbeid wordt opgespoord en aangepakt.
Unicef zorgt voor speel- en leerplekken voor werkende kinderen.
Unicef legt uit aan ouders en bazen waarom onderwijs zo belangrijk is.
En Unicef zorgt ervoor dat ook de armste kinderen naar school kunnen.

16. Beschrijf hieronder in je eigen woorden wat kinderarbeid is.

UNICEF’s definitie van kinderarbeid is als volgt:

Tussen 5 en 11 jaar: Ten minste 1 uur economische arbeid of 28 uur onbetaald huishoudelijk werk.

Tussen 12 en 14 jaar: Ten minste 14 uur economische arbeid of 28 uur onbetaald huishoudelijk werk.

Tussen 15 en 17 jaar: Ten minste 43 uur economische arbeid of onbetaald huishoudelijk werk.

 

De kinderen moeten een antwoord geven waar het leeftijdsoderscheid en het onderscheid in economisch en huishoudelijk werk in verwerkt zit. Hiervoor krijgen ze 5 punten. Voor het correct invullen van het aantal uren krijgen ze 1 punt per leeftijdscategorie.