Uitleg woordvolgorde

1.7 En, maar, want, dus, of (TaalCompleet A2) https://youtu.be/XFjnBHoX1jI

Bij de hoofdzin is de woordvolgorde:

Wie of wat     eerste werkwoord     rest van de zin     tweede werkwoord

 

Je kunt ook één zin maken met twee hoofdzinnen. Bijvoorbeeld:

wie of wat eerste werkwoord rest tweede werkwoord voegwoord wie of wat eerste werkwoord rest tweede werkwoord
De woonkamer is groot   en de keuken is nieuw.  
Ik betaal niet veel huur,   want de flat is van mijn tante.  
We hebben geen balkon,   maar we delen een tuin.  
Ik ben ziek,   dus ik kan vandaag niet werken.
Ik fiets naar mijn werk   of ik ga met de bus.