Voordat je begint is het van belang dat je weet wat je niveau nu is. Met andere woorden, wat weet je nu al van het zelfstandig naamwoord, het lidwoord en het zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord.
Voordat je naar de uitleg en de oefeningen gaat, maak je eerst de diagnostische toets die je hierna vindt. Als je de diagnostische toets hebt afgerond kan je verder met oefenen. Zoals je ziet in kolom aan de linkerkant, zijn de oefeningen opgedeeld in deel 1 en deel 2 vragen. Heb je vijftien of meer punten behaald in je diagnostische toets, dan mag je na het lezen/leren van de theorie door naar de deel 2 vragen. Heb je veertien of minder punten in je diagnostische toets behaald, dan begin je bij de deel 1 vragen. Voordat je na de toets gelijk naar de opdrachten gaat, leer/lees je eerst de theorie door onder het kopje instructie.
Hieronder vind je de diagnostische toets. Veel succes!