Rente is de vergoeding die je van de bank ontvangt over je spaargeld dat je op je spaarrekening hebt gezet. Rente wordt meestal gegeven in een percentage per jaar. Dit betekent dat als je €100 op de bank zet tegen een rente van 3%, je aan het eind van het jaar €3 rente van de bank ontvangt. Een ander woord voor rente is interest.
zie link voor meer informatie.
Maak de volgende opdrachten:
Soorten rente:
Enkelvoudige rente of enkelvoudige interest
Soms wordt het rentebedrag berekend met enkelvoudige rente. Dat gebeurt vaak bij spaardeposito’s. Bij enkelvoudige rente krijg je de rente telkens na afloop van een jaar apart uitgekeerd. De bank voegt dit bedrag niet aan je spaartegoed toe.
De rente wordt uitgedrukt in procenten per jaar. Reken daarom eerst de rente uit die je na één jaar zou krijgen. Enkelvoudige rente bereken je zo:
Berekening |
Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren |
Voorbeeld |
Je hebt € 2.500 op een spaardeposito met 3% rente. Je ontvangt aan rente:
|
Je mag natuurlijk ook de rente berekenen met behulp van een verhoudingstabel als je dat fijner vindt!
Bij de meeste spaarrekeningen heb je te maken met samengestelde rente. In dat geval wordt de rente na elk jaar bijgeschreven op je rekening. Hierdoor neemt het spaarbedrag ieder jaar toe. In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus rente. Daarom noem je dit ook wel ‘rente op rente’.
Berekening |
Samengestelde rente = rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente) |
Voorbeeld |
Je hebt € 500 op je spaarrekening. Je krijgt 4% rente.
Na 1 jaar heb je € 500 + € 20 = € 520
Na 2 jaar heb je € 520 + € 20,80 = € 540,80 De rente over deze twee jaar samen is € 540,80 – € 500 = € 40,80 |
Als je dit uit moet rekenen voor een langere periode, bijvoorbeeld 10 jaar, dan ben je wel even bezig. Samengestelde rente kun je gelukkig ook op de volgende, snelle, manier berekenen:
Voorbeeld |
Op een spaarrekening met 3% rente zet je € 250. Bereken de samengestelde rente na twee jaar.
Het spaarbedrag zelf is 1 x het spaarbedrag.
1 + 0,03 = 1,03 x het spaarbedrag. In dit geval: 1,03 x € 250 = € 257,50
1,03 x 1,03 x € 250 = € 265,23 oftewel: 1,03² x € 250
€ 265,23 – € 250 = € 15,23
Dus na 10 jaar heb je: 1,0310 x € 250 = 335,98 |
samengestelde interest en enkelvoudige interest