Na de Tweede Wereldoorlog was Europa verdeeld in het kapitalistische Westen en het communistische Oost-Europa. De communistische machthebbers voerden in alle Oost-Europese landen een planeconomie in. Dit hield in dat de regering bepaalde wat er werd geproduceerd en ook hoeveel. De planeconomie leverde minder welvaart op dan de vrijemarkteconomie van het Westen. Hier mochten particuliere ondernemers zelf weten wat ze produceerden en hoeveel.
Nadat het Ijzeren Gordijn gevallen is, voegden veel landen zich bij de Europese Unie, de organisatie waarbij landen zich inzetten voor vrede en welvaart en elkaar helpen waar nodig.
Als je nu op vakantie gaat naar bijvoorbeeld Italiƫ, hoef je met de auto nergens je paspoort te laten zien of tol te betalen. Dit komt door het verdrag van Schengen. Hierin hebben veel Europese landen hun onderlinge grenzen opgeheven, waardoor goederen en mensen vrij kunnen reizen. Alle landen die hierin mee hebben gedaan, noem je ook wel Schengenlanden.
Door deze open grenzen vindt er veel migratie plaats binnen Europa. Als je kijkt naar het migratiesaldo van een land, kijk je naar de som van de vestiging en vertrek in dat land. In Oost-Europa zie je bijvoorbeeld grote vertrekoverschotten. Er vertrekken meer mensen dan dat er zich vestigen.
Wat is het Ijzeren Gordijn? https://www.youtube.com/watch?v=JlBKmHvtqEg

Communisme VS Kapitalisme https://schooltv.nl/item/van-moskou-tot-moermansk-van-communisme-naar-kapitalisme/#q=kapitalisme
Bij deze oefening krijg je een rijtje met begrippen te zien. Een woord hoort hier echter niet bij, aan jou de taak om uit te vinden welke!
Bijvoorbeeld: appel-banaan-fiets
Fiets hoort er niet bij want een appel en een banaan kun je eten en een fiets niet.
Je mag hierbij zachtjes overleggen als je er alleen niet uitkomt. Ben je hier klaar mee? Dan kan je door naar de laatste paragraaf!