Je gaat eerst even nadenken. Bespreek met je samenwerkmaatje welke dieren je kent die uitgestorven zijn. Schrijf er in ieder geval tien op een blaadje. Kijk ook even op de aangeboden sites (die staan bij informatieve bronnen) of je nog meer uitgestorven dieren kan vinden. Als je hiermee klaar bent kies je één dier wat jij echt in het museum wilt hebben. Je moet natuurlijk wel weten hoe groot het dier is en in wat voor een omgeving het dier heeft geleefd. Bijvoorbeeld een bos of in het water. Zo kan het museum een mooie expositieruimte inrichten. Verzamel verschillende plaatjes van het dier in een word-document. Je zoekt de echte naam op voor het dier maar verzint ook een koosnaampje, net als 'Nessie'.
Kijk ook even bij de ''Beoordeling'', dan weet je hoe je werk wordt beoordeeld.
Dus je typt een stukje tekst waarin je de volgende vragen beantwoord:
1. Hoe heet het beest?
2. Wat is een koosnaampje voor het beest?
3. In wat voor gebied woonde het beest? (Bos? Zee? Woestijn?)
4. Hoe zag het beest eruit? (Harig? Veren? Grote tanden? Kleine vleugels?)
5. Wat at het beest? (Insecten? Vissen?)
6. Hoe groot was het beest?
7. Legde het beest eieren en hoe zagen die eruit?
8. Welk nog levend dier doet je denken aan het uitgestorven beest?
Als je alles netjes in een word-bestand hebt opgeschreven, sla je het bestand op. Je geeft er een duidelijke naam aan en slaat het bestand op, op een plek waar je het makkelijk terugvinden kunt.
Hierna maak je nog een tekening van hoe de expositie er bijvoorbeeld uit kan zien. Dat mag met het programma Paint op je computer, maar mag ook met een a4tje en kleurpotloden. Denk aan het plaatje van het zwijn!
Daarna aan het einde voordat je de opdrachten opstuurt beantwoord je nog de volgende vraag:
Hoe ging de samenwerking?
Hier onder een voorbeeld zodat je een idee krijgt: