Geestelijk
Je bent voortdurend op zoek naar gebruik. Je hebt een onweerstaanbare drang naar gebruik. Je ontkent en verbergt je gebruik voor de buitenwereld. Je voelt je niet meer prettig zonder gebruik van het middel.
Lichamelijk
Je hebt steeds meer nodig voor hetzelfde effect (tolerantie). Het lichaam kan niet meer zonder. Als je stopt krijg je ontwenningsverschijnselen: trillen, transpireren, misselijkheid, spierpijn, angst, prikkelbaarheid en rusteloosheid. Als je opnieuw gebruikt verdwijnen deze verschijnselen weer. Deze verschijnselen verdwijnen als opnieuw gebruikt wordt. Ontwenningsverschijnselen wijzen op het op het bestaan van een lichamelijke afhankelijkheid. Het willen vermijden van die verschijnselen vormt vaak een reden om door te gaan met gebruiken.
Sociaal
Je krijgt problemen op school, met familie of met werk. Je zoekt alleen die vrienden die je kunnen helpen het middel te krijgen. Je mijdt anderen en zij mijden jou ook.