Deze week ga je verder aan de slag met je loopbaanontwikkeling. Verder komt aan bod waarom het belangrijk is om een netwerk op te bouwen. En hoe maak je een goede planning van je werkzaamheden.
Het lesdoel van deze week is dat je inzicht krijgt waar je naar toe wilt werken in je loopbaan, en weet welke rol je netwerk hierin speelt. Daarnaast kun je een dag-, week- of maandplanning maken.
Je gaat dit doen met behulp van een aantal opdrachten.
Opdracht 1 - Mijn routekaart naar de toekomst
De route naar je toekomst kun je niet voorspellen. Wel kun je bedenken wat je wilt en wat er voor nodig is om dat te bereiken. Je kunt je zo je eigen loopbaan sturen. Dat is precies waar je deze opdracht mee aan de slag gaat: een routekaart naar je eigen toekomst.
Je gaat individueel bedenken hoe je wilt dat je loopbaan er de komende tijd uit gaat zien. Vervolgens ga je denken wat je nodig hebt om die route succesvol te kunnen volgen.
Stap voor stap
1. Bedenk wat voor een routekaart je wilt maken: een voor de komende periode, schooljaar of misschien wel komende jaren? Overleg dit met je leraar.
2. Bedenk vervolgens waar je wilt dat de route je naar toe brengt, oftewel: waar wil je eindigen aan het einde van de periode?
3. Bedenken vervolgens welke belangrijke plekken (momenten) je tegen komt die invloed hebben op je eindbestemming: waar moet je rekening mee houden?
4. Verwerk stap 2 en 3 in een routekaart: teken een route, geef aan welke moment er belangrijk gaan zijn en hoe je daar rekening mee gaat houden. Bespreek dit in groepjes van 5 leerlingen met elkaar.
Opdracht 2 - Mijn netwerk
Iedereen heeft een netwerk om zich heen. Dit zijn de mensen die je kent: familieleden, vrienden, kennissen etc. Deze mensen kennen jou goed en kunnen jou helpen bij het ontdekken van je kwaliteiten, valkuilen etc. Je netwerk is dan ook erg belangrijk bij het maken van keuzes.
In deze opdracht ga je individueel je eigen netwerk in kaart brengen. Zo krijg je een duidelijk overzicht van je netwerk en ook die van je klasgenoten.
Stap voor stap
1. Schrijf voor jezelf op wie je kennissen, vrienden en familieleden zijn waar je contact mee hebt. Schrijf bij iedereen zijn of haar beroep en opleiding op.
2. Je weet misschien niet alles. Vraag daarom aan je netwerk welk beroep zij hebben en wat voor opleiding zij hebben gedaan. Vul zo je lijst aan
3. Werk nu je netwerk uit. Zie het als een uitgebreide stamboom: geef per persoon het volgende aan: naam, beroep, opleiding en hoe je ze kent.
4. Wissel je netwerk uit met klasgenoten en maak er één groot netwerk van. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld een werkplek zoekt.
https://www.vernieuwenderwijs.nl/wp-content/uploads/LOB-Loopbaankaarten-Vernieuwenderwijs.pdf
Plannen
Hoe begin jij aan een nieuwe opdracht?
Wanneer je een opdracht of project op tijd af wilt hebben, kun je beter goed plannen. Een planning maken wordt nog al eens vergeten. De meeste leerlingen beginnen gewoon.
Wat is plannen?
Eerst breng je alle taken die je moet doen in kaart. Dan zet je ze in een logische volgorde. Daarna maak je een inschatting van de tijd die je hiervoor nodig hebt. Je kunt een dag-, week- of zelfs maandrooster maken. Hierin heb je duidelijk opgeschreven wat je moet doen en wanneer het af moet zijn.
Middels de volgende opdracht maak je een planning individueel inzichtelijk.
Opdracht 3 - Maak een planning
Kies een opdracht of project waar je binnenkort mee gaat beginnen of waar je net mee begonnen bent. Zet eerst op een rij wat er moet gebeuren. Daarna zet je alle taken in een logische volgorde. Daarna bedenk je hoeveel tijd je hiervoor nodig hebt. Maak een dag-, week- of maandschema. Hierin zet je wanneer welke taak moet gebeuren.
In groepjes van 5 ga je de planningen besproken. Benoem wat je er goed en minder goed aan vindt. Geef aan waarom je dit vindt. Er volgt een korte klassikale terugkoppeling.
http://www.vmboplus.nl/assets/Lesbrieven/lesbrief-plannen-01.pdf