week 2 - POP & PAP en reflecteren

Week 2 - Controle POP

Lesdoel: Aan het einde van de les heb je jouw Power-pop gecontroleerd op de eisen. Ook weet je wat reflecteren inhoudt.

2.1 Wat wil je bereiken? Aan welke eisen moet je voldoen, vanuit studie of werk?
In de eerste week heb je kennis gemaakt met een POP. Nu ga je kijken of je voldoet aan de eisen van een POP. Met de volgende vragen kan je de POP controleren:

•             Waar sta je nu? Waar ben je sterk in?

•             Wat moet er beter?

•             Wat wil je ontwikkelen?

•             Welke acties ga je ondernemen?

•             Welke hulp heb je daar bij nodig, denk je?

•             Hoeveel tijd ga je aan de acties besteden?

•             Wie kan de voortgang in de gaten houden, denk je?

•             Hoe realistisch vind je jouw POP?

Verder kan je de POP van je medestudenten bekijken om tot nieuwe ideeën en inzichten te komen.

Controle PAP
2.2 Wat wil je bereiken of verbeteren?
Ook heb je kennis gemaakt met het maken van een PAP. Met de onderstaande vragen kan je controleren of je voldoet aan de eisen van een PAP:

·       Bij welk werkproces of kerntaak hoort je doel, denk je?

·       Vertel hoe je van plan bent dit uit te voeren en welke stappen jij gaat ondernemen.

·       Vertel over de personen waar jij hulp van nodig zal hebben en/of met wie jij gaat samenwerken.

·       Vertel wanneer jij deze acties af hebt.

·       Hoe realistisch vind jij jouw plan? Geef een cijfer van 1 tot 10.

2.3 Reflecteren en feedback
Heb je een opdracht gedaan of een handeling uitgevoerd? Door even terug te kijken kun je jezelf bijsturen en verbeteren. Dat wordt ‘reflectie’ genoemd. Vraag je iemand anders om uitspraken te doen om de door jou uitgevoerde handeling de volgende keer beter te doen, dan hebben we het over ‘feedback’.

Feedback is geven is anders dan iemand kritiseren. Met goede feedback kan de ontvanger zijn ideeën / uitvoering aanscherpen. Feedback verzonden? Mooi. Je kunt de ontvanger altijd vragen wat zijn ideeën hierover zijn, zodat hij zelf verbeteringen kan aanvullen.

Voor degene die feedback ontvangt, is het prettig als hij/zij weet waar de feedback precies over gaat. Als je feedback geeft, wees dan duidelijk en concreet. Houd het zakelijk, maar wel de feedback wel op. Succes!

Beschrijf de situatie
Op welke handeling heeft je feedback betrekking? Bekijk hieronder de vragen, zodat je op de juiste manier kan reflecteren op je handelen.

·       Beschrijf de concreet de punten van de handeling. Wat zijn volgens jou de belangrijkste factoren van de handeling?

·       Wat kan er volgens jou beter?

·       Wat vind je sterk aan de voorbereiding? O.a. het verzamelen en selecteren van materialen of ingrediënten, het afstemmen van de werkwijze op de omstandigheden.

·       Wat kan er de volgende keer beter aan de voorbereiding?

·       Wat vind je sterk aan de uitvoering, m.n. het toepassen van de (vak)technieken?

·       Wat vind je sterk aan het plannen en organiseren van de werkzaamheden?

·       Wat vind je van de tussentijdse controle, tijdens de handeling?

·       Zijn de werkzaamheden correct en professioneel afgerond? Noem één sterk punt en één verbeterpunt.

·       Welke tips heb voor een volgende keer?

·       Welk cijfer past volgens jou bij de uitgevoerde handeling?

·       Wil je nog iets toevoegen?

 

https://albedafd.highwayplus.nl/opdracht/148