2H05.E extra opgaven Lineair verband ................................................................................................
1 | Rekenen met letters |
Weet je het nog? Schrijf korter:
p + 3p = ... | 2p + 4q + 3q = ... | |
3p + 5p = ... | 4p + 5q - 3q = ... | |
11p - 2p = ... | 4p - 2q - p = ... | |
4p - p = ... | 5p - 2q - 3q = ... |
2 | Energietarieven |
Stroomzeker is een aanbieder van groene stroom.
Bekijk de gegevens in de tabel.
Stroomzeker | |
Vast bedrag per maand Prijs per kWh |
€ 15,- € 0,025 |
Reken uit hoeveel je betaalt als je in een maand 200 kWh verbruikt.
Neem de tabel over en vul hem verder in.
Stroomzeker | ||||||
verbruik (kWh) | 0 | 200 | 400 | 600 | 800 | 1000 |
kosten k (euro) | 15 | 20 |
Teken in een assenstelsel een grafiek bij de tabel.
Is het verband tussen het verbruik en de kosten een lineair verband?
E-stroom is ook een aanbieder van groene stroom.
Hoe E-stroom de kosten berekent zie je in de tabel hieronder.
E-stroom | |
Vast bedrag per maand Prijs per kWh |
€ 20,- € 0,020 |
3 | Tabellen en formules |
Je ziet vier tabellen (I t/m IV) en vier formules (A t/m D).
Welke formule hoort bij welke tabel?
I |
|
||||||||||||||
II |
|
||||||||||||||
III |
|
||||||||||||||
IV |
|
A | u = 2 × g + 4 | Formule A hoort bij tabel ... | |
B | u = 3 × g + 4 | Formule B hoort bij tabel ... | |
C | u = 2 × g + 5 | Formule C hoort bij tabel ... | |
D | u = 3 × g + 5 | Formule D hoort bij tabel ... |
4 | Grafieken en formules |
In het assenstelsel zijn drie grafieken getekend:
A, B en C.
Hieronder zie je drie formules.
I | u = 2 × g + 4 |
II | u = 3 × g + 4 |
III | u = 2 × g + 6 |
Welke formule hoort bij welke grafiek?
5 | Snijpunt van grafieken |
In het assenstelsel zie je twee grafieken.
Vul in, bij de grafieken horen de volgende formules:
I | u = ... × g + ... |
II | u = ... × g + ... |
Vul in:
Bij het snijpunt hoort de lineaire vergelijking:
Wat is de oplossing van de vergelijking?
Controleer de oplossing.
6 | Vergelijkingen |
Je ziet drie lineaire vergelijkingen en drie oplossingen.
Welke oplossing hoort bij welke vergelijking?
Vergelijkingen: | Oplossingen: |
A | 4·x - 6= 2·x + 2 | I | x = 2 | |
B | 5·x = 3·x + 4 | II | x = 3 | |
C | 6·x + 4 = 4·x + 10 | III | x = 4 |
7 | Balans |
Bekijk de balans.
Links liggen 3 gelijke rode blokjes en 2 gewichtjes van 4 kilo.
Rechts ligt 1 rood blokje en 3 gewichtjes van 4 kilo.
Welke vergelijking hoort bij de balans?
.......... = ..........
Los de vergelijking op met de balansmethode.
Schrijf bij elke stap op wat je doet.
8 | Balansmethode |
Los de volgende vergelijkingen op met de balansmethode.
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
9 | Amaryllis |
Een amaryllis is een snel groeiende plant met prachtige bloemen. Dina koopt er een. De hoogte van de plant kan ze berekenen met de formule:
hoogte plant in cm = 4,5 +1,1t
t: tijd in dagen.
Olle koopt op dezelfde dag als Dina een andere amaryllis. Hij kan de hoogte van zijn plant berekenen met de formule:
hoogte plant in cm = 7,5 + 0,8t.