Lees dit korte verhaaltje over Jessi en haar pronoun avonturen. Kijk daarna naar de opdracht eronder. Vul telkens de Personal Pronouns in (let op! je hoeft dubbele pronouns niet meerdere keren op te schrijven).
Subject personal pronouns: I you he she it we they
Object personal pronouns: me you him her it us them
Weet je niet wat een woord betekent? Gebruik het woordenboek.
Maak deze opdracht alleen.