De module bestaat uit grofweg drie onderdelen:
Inleiding op physical computing met verkenning van toepassingen in de maatschappij en in de wereld om ons heen
Leren kennen van de bouwstenen voor physical computing en hoe een systeem te ontwerpen implementeren (vier cycli).
Zelf een systeem ontwerpen en ontwikkelen (eindopdracht)
In elke cyclus benadrukken we een toepassingen en een specifieke sensor. De leerlingen bouwen in elke cyclus een eenvoudig systeem.
Zie meer over de opbouw en de vier cycli in het lesmateriaal: Inleiding Pysical Computing -> Over deze module.