5. Constructieberekeningen kracht en vorm

Dit zijn theoretische berekeningen van de zwaartekracht en de magneetkracht die gelijktijdige invloed op het draaiende wiel uitoefenen (bijlage 5a en 5b).

Er wordt door mij aangenomen dat de kogel wel gaat rollen op de binnenste baan van het wiel.

De eventuele verschillende (theoretische) verliezen van deze "Perpetuum mobile" zoals:
- het verliezen van de snelheid van de rollende kogel als gevolg van vervorming van de loopbaan onder het gewicht van de kogel;
- vermogensverlies door het glijden van de contactvlakken van de kogel en het wiel (wrijvingsverliezen);
- vermogensverlies van twee kogellagers geïnstalleerd op de as van het wiel;
worden door mij NIET in aanmerking genomen.
 

Gegevens:

  1. Rwiel = 0,58 m
  2. rkogel = 0,10 m
  3. Gewicht kogel ⇒ m= 0,38 kg
  4. Massa kogel ⇒ F= m · g  ⇒  Fkogel = 0,38 · 9,81 = 3,728 N
  5. Kracht van de magneet (aanname) Fmagneet = 6,0 N
  6. Hoek θ ⇒ 30°
  7. cos θ / 30° = 0,866
  8. sin θ / 30° = 0,5
 

Bijlage 5a: VLS

Bijlage 5b: berekeningen van krachten

Combinatie van de zwaartekracht en magnetische kracht zorgen dat de kogel rolt. De kogel wordt gedwongen te draaien en deze rotatie drijft het hoofdwiel aan door middel van rollende wrijvingskracht.
Als gevolg van de derde wet van Newton is er sprake van het creëren van overtollige positieve energie van de energie die geleverd wordt door de statische magnetische en gravitatievelden.
Statische energie wordt dus omgezet in kinetische energie door het wiel van de perpetuum mobile.