Leefwijze

Het Tweede gedeelte van de cultuurelementen was de manier op hoe je met andere mensen samenleeft. Dit is wel tikkeltje breed dus we houden het simpel.

Wanneer we kijken naar de leefwijze van een persoon dan kijken we meestal naar het volgende:

 

Wetten kan je hier op twee manieren opvatten: Wetten die opgelegd zijn door de samenleving of wetten de opgelegd zijn door een sociale norm.

Wetten die opgelegd zijn door de samenleving ga je heel vaak buiten horen. Dit zijn simpelweg de regels die gehandhaafd worden door mensen van de overheid. Een opgelegde regel van de samenleving is bijvoorbeeld dat je niet mag stelen. Dit zijn wetten die door de bevolking zijn besloten. Als jij in een land volgens de wet leeft dat je niet mag stelen, dan is jou leefwijze in een ander land hetzelfde, jij gaat niet stelen omdat je zo bent opgevoed. In een ander land mag dit bijvoorbeeld wel, waardoor mensen die opgevoed zijn in dat land, wellicht dit kunnen verrichten in een nieuwe land.

Wanneer we kijken naar wetten van een sociale norm dan spreken we meestal over wetten die niet ergens geschreven staan, maar wel besloten zijn. Een typische Nederlandse sociale norm/wet is bijvoorbeeld dat we niet gelijk aan een persoon vragen hoeveel geld hij verdient, dat vinden wij onbeschoft. Dit staat niet ergens opgeschreven en je wordt er ook niet op gestraft, maar nog steeds is het wel een ongeschreven regel. Dit varieert weer per omgeving, aangezien het op de ene plek onbeschoft is en op de andere zeer normaal.

 

Familiebanden beïnvloed ook erg je omgang met anderen. Als jij bijvoorbeeld heel streng bent opgevoed door ouders die niet al te persoonlijk met je waren, dan is er een kans dat jij ook zo kan zijn tegenover anderen. Tuurlijk hoeft dit niet zo te zijn, maar het heeft wel een impact op jou levensstijl. Hetzelfde geldt natuurlijk voor anderen die zeer persoonlijke ouders hadden die alles voor hun kinderen, nichtjes of neefjes deden. Kansen zijn groot dat dit ervoor kan zorgen dat jij ook later in het leven zo gaat zijn. De manier hoe jij opgevoed bent neem jij over en geef jij door aan anderen. Dit zijn vrienden, familieleden en zelfs later vreemden!

 

Opvoeding is meer een vervolg op je familiebanden. Je familieband bepaalt al voor een deel je opvoedingswijze. Zoals het eerder genoemde voorbeeld kan er dit gebeuren: Jouw Familiebanden waren strikt “zakelijk”. Je ouders waren meer geïnteresseerd in cijfers en prestaties dan hoe het zat met je vriendjes en vriendinnetjes. Jouw opvoeding was dus eigenlijk meer afstandelijk.

Het tegenovergestelde heb je dus ook. Je kan ouders hebben die juist sterkte dichte familiebanden met je hebben en je overal mee willen helpen, ongeacht het onderwerp. Ze zijn geïnteresseerd in jouw welzijn en jouw blijdschap en daarmee is dan bijvoorbeeld jou opvoeding heel “close” en vaak ook erg vrolijk.

 

Deze 3 begrippen bepalen uiteindelijk jou omgang met anderen en daarmee ook de cultuur waar jij bij hoort.