Bekijk in de Bosatlas:
![]() |
GB54 Kaart 202 / GB55 Kaart 220 Zuid-Amerika |
Door het samenspel van bewegende aardplaten is er sprake geweest van orogenese (gebergtevorming) in Zuid-Amerika en zijn ook andere gebieden met hun eigen reliëf ontstaan.
Daarom ligt het oppervlak van het continent in verschillende hoogtezones. De klassieke indeling is:
Laagvlaktes komen vooral voor aan de kustgebieden en langs de rivieren. Hiervan bestaat de bodem uit sedimenten. Hooggebergte vind je in de Andes en ook hier en daar in Zuidoost-Brazilië. Tot het middelgebergte horen onder meer het Hoogland van Guyana en het Hoogland van Brazilië.
In deze en de volgende stap zie je hoe deze verschillen in hoogte zijn ontstaan.
Bekijk de video 'Plate Textonics Explained': van begin tot 2:20 min.
Oceanische korst ontstaat uit magma dat uit de mantel opwelt bij een oceanische rug en stolt. Daarna koelt het materiaal in de korst in de loop van miljoenen jaren verder af en krimpt het waardoor de dichtheid ervan toeneemt. Hoe ouder, hoe zwaarder. Op het moment dat een oude korst in een subductiezone terecht komt wordt deze door het eigen gewicht onder een hoek van ongeveer 45 graden de diepte ingetrokken. Dit noemt men slab pull.
Op de plaat waaronder deze korst verdwijnt, verschijnt een boog van vulkanen zoals in Indonesië het geval is.
De Andes wijkt hiervan af. Het idee is dat de Nazcaplaat nog zo jong is dat ze niet zo diep zinkt maar meer horizontaal blijft waardoor de continentale plaat erboven omhoog wordt geduwd. Door de relatief grote snelheid waarmee de Nazcaplaat zich naar het oosten beweegt zal de oceanische bodem die naar beneden duikt steeds jonger zijn.
Door de slab pull werd de Zuid-Amerikaanse plaat uitgerekt toen Zuid-Amerika nog vastzat aan Afrika. Die kracht zorgde er voor – naast nog een aantal andere factoren - dat de continenten zich van elkaar scheidden. Voor het zover was, stroomden langs een deel van de grens tussen beide continenten grote hoeveelheden basalt uit over de omgeving.
Zo ontstonden ongeveer 125 miljoen jaar geleden tegelijkertijd de dikke basaltafzettingen van het Paranáplateau in Brazilië (foto) en van het Etendekaplateau aan de westkust van Afrika.
Bekijk de video: van begin tot 9:37 min. “at a greater distance".
![]() |
![]() |
![]() |
Met de vulkanen die in de Andes te vinden zijn, is iets bijzonders aan de hand. Al zijn het stratovulkanen, hun uitbarstingen verlopen minder explosief dan bij stratovulkanen in Japan, Java en Sumatra en langs andere convergente plaatgrenzen met subductie van een oceanische plaat. Dat komt omdat het magma dat via vulkanen in de Andes aan het aardoppervlak komt minder silicium bevat dan het magma elders en daardoor vloeibaarder is. Algemeen geldt namelijk dat hoe minder vloeibaar magma is, met des te meer explosief geweld uitbarstingen gepaard gaan. Onderweg naar het aardoppervlak neemt het magma onder vulkanen in de Andes weinig silicium op uit de continentale plaat. Het gesteente dat door stolling uit dit magma ontstaat, heeft iets weg van basalt (met weinig silicium) dat ontstaat bij uitbarstingen van schild- en spleetvulkanen maar ook iets van rhyoliet (met veel silicium) dat ontstaat bij uitbarstingen van stratovulkanen. Dit gesteente wordt andesiet genoemd omdat het in de Andes voorkomt.