Werking in je lichaam

Werking in lichaam

Opname in het lichaam
Alcohol wordt gedronken. Via de slokdarm komt het in de maag terecht. Via de maagwand wordt 20% van de alcohol in het bloed opgenomen. De rest gaat via de maag in de dunne darm. In de dunne darm wordt de alcohol snel in het bloed opgenomen. Na de dunne darm gaat het bloed naar de lever. Daar wordt de alcohol afgebroken.

Via het bloed bereikt de alcohol na een minuut of 10 de hersenen en vanaf dat moment ben je onder invloed. Als er voedsel in de maag zit, duurt de opname van de alcohol iets langer. In de hersenen beïnvloedt alcohol de manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven. Zenuwen doen dat met behulp van bepaalde stofjes. Deze stofjes worden overdrachtsstoffen genoemd. Alcohol beïnvloedt vooral de werking van de stofjes gaba en glutamaat.

Verdoving hersenen
De alcohol verdooft de hersenen. Dit heeft allerlei effecten op je stemming en gedrag. Zo vallen remmingen weg, vermindert je geheugen en concentratie en verdwijnt je zelfkritiek. Hoe meer je drinkt, hoe sterker de effecten.

Alcohol wordt voornamelijk afgebroken door de lever. De lever doet 1 tot 1,5 uur over de afbraak van 1 standaardglas alcohol. Als je 8 glazen drinkt, is de lever dus 8 tot 12 uur bezig om de alcohol af te breken. Dit betekent dat er na een avond stevig drinken ‘s ochtends nog steeds alcohol in het bloed aanwezig is.