In 2002 is in elf Europese landen de euro als betaalmiddel ingevoerd. 'Oude' muntstukken konden bij de banken worden omgewisseld voor euro's. In die elf landen zijn toen zo'n 50 miljard 'oude' muntstukken uit roulatie genomen.
De metaalwaarde van de 50 miljard 'oude' munten is becijferd op 1 miljard euro.
Alle landen die meedoen met de euro hebben euromunten en euro-bankbiljetten van dezelfde waarde. De euro-bankbiljetten zien er overal hetzelfde uit. Van de munten is één zijde in alle landen gelijk; de andere zijde is bestemd voor een nationaal symbool. Je kunt met alle bankbiljetten en munten in alle landen die meedoen met de euro betalen.
Beantwoord de volgende vragen.