Portugal
De Portugese samenleving is heel lang een cultureel homogene samenleving geweest. De godsdienst van de mensen was overwegend Rooms-Katholiek, de taal Portugees. Er waren wel wat regionale verschillen, maar die zorgden niet voor wrijvingen.
Tegenwoordig zie je vooral in de grote steden Lissabon en Porto mensen uit de vroegere koloniën Kaapverdië, Brazilië, Mozambique en Angola. Op momenten dat het in één van deze landen economisch slechter gaat of politiek onrustiger wordt, neemt het aantal emigranten richting Portugal toe. De keuze voor Portugal ligt voor de hand vanwege de oude banden en belangrijke gemeenschappelijke cultuurelementen als taal en godsdienst. Vaak is ook sprake van kettingmigratie: anderen gingen hen voor en via hen is het nodige bekend over de bestemming.
Sinds de val van het IJzeren gordijn en de aansluiting van voormalige Oostbloklanden bij de EU is ook het aantal immigranten daar vandaan toegenomen. Deze mensen hebben een christelijke achtergrond maar spreken wel een andere taal. De meesten hebben inmiddels Portugees geleerd.
In bovenstaand kaartje is de instroom van Oost-Europese migranten nog niet zichtbaar. Waarschijnlijk omdat ze in 2001 niet de Portugese nationaliteit hadden.
Bron: Tandfonline
Het gaat om een deel van deze tekst ‘immigrant voices’ (hieronder ingekort en vertaald weergegeven).
Jair Lopes
Jair Lopes, 28 jaar oud is geboren en getogen in Brazilië. Zijn moeder is een gepensioneerde lerares en zijn vader heeft er in de mijnen gewerkt:
“Mijn ouders hebben me alles gegeven wat ik nodig had tot mijn 23e. Ik ben naar school geweest tot de 11e klas. Ik was geen studiebol. Ik heb daarna tien jaar bij de radio gewerkt. Twee collega’s die ook lid zijn van de Baptistengemeente zijn toen naar Portugal vertrokken en ik dacht: Als ik hier blijf, heb ik geen toekomst. Hoeveel langer blijf ik nog afhankelijk van mijn ouders? Het leek een goed moment om te vertrekken.”
“In Lissabon werkte ik illegaal. Na twee jaar kreeg ik werk bij een meubelfabriek. Net op dat moment schiep de Portugese overheid de mogelijkheid voor immigranten met een arbeidscontract om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Zo kreeg ik mijn eerste vergunning.”
“Toen ik aankwam zag ik veel overeenkomsten en ook wel verschillen. Maar de taal en cultuur verschillen niet zo veel. Ik heb me snel aangepast, zonder veel moeite.”
“Ik hou ervan om rijst en bonen te eten maar wanneer ik kook voeg ik daar vlees aan toe en maak ik het zo klaar dat het meer een Portugese soep wordt.”
“Tegenwoordig is mijn accent een mix van Portugees en Braziliaans. Wanneer ik tegenwoordig met mijn moeder praat en ik haar vertel dat ik naar een rijschool ga, gebruik ik vanzelf de Portugese term. Die begrijpt ze niet waardoor ik de Braziliaanse term ‘Auto Escola’ moet gebruiken.”
Voor Jair is voetbal het gereedschap waarmee hij een brug bouwt tussen zijn cultuur van oorsprong en de Portugese. In Portugal werd hij een fan van Benfica alhoewel hij ook fan van Atletico Mineiro blijft.
Jair ontmoet regelmatig andere Brazilianen. Ze lunchen regelmatig samen, ook zonder dat af te spreken. Hij kijkt de Braziliaanse zenders via de kabel tv en veel Braziliaanse series die op de Portugese TV worden uitgezonden. Hij praat twee- of driemaal per week met mensen in Brazilië om te horen hoe het daar gaat.
“Ik heb in Brazilië een huis en een stuk land gekocht met het geld dat ik hier verdiend heb. Dat was heel goedkoop. Als ik het zou willen zou ik twee onroerende goederen per jaar kunnen kopen zonder zuinig te leven. Voor mijn 35e wil ik ook genieten van het leven. Ik ken veel Braziliaanse immigranten in Portugal die alleen maar rijst en eieren eten om zoveel mogelijk te kunnen sparen. Maar dat doe ik niet. Ik eet elke dag vlees.”
Edilson en Sandra
Edilson en Sandra zijn getrouwd en hebben net een baby. Ze komen beide uit een groot gezin. Edilson werkte elf jaar voor een benzinepomp, hetzelfde werk dat hij nu doet in Portugal. Sandra is gestopt met werken toen ze trouwden.
“We hadden net een huis gekocht en de helft ervan afbetaald. We besloten ons geluk te zoeken. Door allebei te gaan werken zouden we misschien onze situatie kunnen verbeteren. Haar broer zat al in Portugal. We hebben alles verkocht behalve het huis.”
Tegenwoordig wonen ze in Nazaré. Ze werkten allebei in een café maar toen Sandra zwanger werd is ze daarmee gestopt. Ze wonen in een huis dat ze delen met één van Sandra’s broers en een Braziliaanse vriend en ze verdelen de huur. Sandra heeft ook nog een broer in Lissabon die haar financieel helpt.
Edilson: “We hadden een jaar nodig om ons aan te passen. De eerste twee dagen wilde ik terugvluchten naar Brazilië. Er heerst meer vreugde in Brazilië. Hier is het zo rustig. Ik had toen zo’n heimwee en wilde weg.”
“Toen Sandra nog werkte waren we in staat geld te sparen. Nu is ons leven van huis naar werk en weer terug en als we er even uit gaan is het voor de baby. We kunnen niet even een drankje gaan pakken ’s avonds. Het geld van de drankjes is nodig voor andere dingen. Dus kijken we ’s avonds TV.”
“In het weekend bellen we naar huis en dat helpt het verlangen naar thuis de doorstaan. We hebben het nodig te weten hoe het gaat met onze broers en zussen en hoe het met moeder gaat.”
”Ik probeer zoveel mogelijk Braziliaans eten te kopen”(Sandra).
”Het zit zo, in Brazilië is de (voetbal)competitie uitgebreider, er zijn meer teams. Hier zijn er minder maar is het ook wel goed omdat er veel buitenlanders spelen. Er zijn drie goede teams, Sporting, Porto en Benfica maar ik ben geen fan van één van deze teams. Als er een wedstrijd is tussen Portugal en Brazilië dan sta ik aan de Braziliaanse kant. Die zijn het beste.” (Edilson)
“Ons plan was om tot het eind van dit jaar te werken en geld mee te brengen voor het huis en dan terug te keren naar Brazilië.” (Edilson)“We kwamen met de bedoeling om één of twee jaar te blijven, maximaal.”(Sandra)
“Nu is het niet mogelijk, misschien volgend jaar. Want als zij geen werk vindt en ik de enige ben met een baan is het het niet waard om weg te zijn van vrienden en geen geld te kunnen sparen. (Edilson)
“Ik had het plan om te vertrekken, maar dat is veranderd omdat ze zwanger werd; nu plannen we om misschien volgend jaar te vertrekken, maar dit plan kan ook nog veranderen.” (Edilson)
Edilson: “Ik had geen enkel idee bij Portugal. Ik kende de cultuur niet maar nu we die kennen, houden we er meer van. Het eerste jaar was verschrikkelijk, maar nu zie ik het positiever in. Ik vind het zo leuk dat ik de neiging heb langer te blijven. . . . . Als we een jaarloon bij elkaar gespaard hebben voor ons huis daar, en genoeg hebben om er nog eentje te kopen, dan gaan we. Maar als zij een baan vindt, dan blijven we, anders gaan we terug. Hier blijven zonder iets te sparen, ver weg van onze familie, is geen optie. De vraag is: blijven of niet blijven.” (Edilson)
Portugal als emigratieland
Portugal is niet alleen een immigratieland maar ook een emigratieland. Binnen de EU behoort het tot de minder welvarende landen. Wanneer er economisch slechtere periodes aanbreken vertrekken er Portugezen. Ze gaan naar andere EU-landen, Amerika of naar de oude koloniën op zoek naar een beter bestaan.