Chromosomen en genen

Of je nou een koe, een aap of een mens bent zoals jij en ik, je bestaat uit heel veel cellen. In elke cel van ons lichaam zit een celkern. In elke celkern van een lichaamscel zitten 46 chromosomen, deze chromosomen bevatten allemaal stuk voor stuk erfelijke eigenschappen. Op chromosomen liggen genen, één enkel gen bevat informatie voor één erfelijke eigenschap, bijvoorbeeld haarkleur.
Als je door een microscoop zou kijken naar chromosomen zijn de genen te zien als banden op de chromosomen (zie afbeelding 1) (Bos, Bos-van der Avoort, Melchers, & van der Velde).

Nu we weten wat chromosomen en genen zijn, is er toch wel een aparte vraag namelijk DNA was toch het erfelijk materiaal? Dit klopt ook, want chromosomen en genen bestaan namelijk uit DNA.
In ons lichaam komen chromosomen voor in paren, we hebben dus in totaal 23 chromosomenparen, want 23 x 2 = 46 chromosomen. Dit geldt niet voor iedereen er zijn namelijk aandoening waarbij mensen er 3 chromosomen van 1 soort chromosoom hebben, dit is het geval bij het downsyndroom(zie afbeelding 2). Mensen met deze aandoening hebben 3x het chromosoom 21.

Afbeelding 1 chromosomen onder een microscoop bron: Biologie voor jou

Afbeelding 2 een jongen met het downsyndroom bron: commons.wikimedia.org