Je hebt allerlei eigenschappen geërfd van je ouders, de is kans dan ook groot dat je eigenschappen hebt geërfd die je niet bij hen terugziet. Misschien heb jij wel blond haar terwijl je ouders alle twee zwart haar hebben. Door middel van een stamboom kan je zien hoe een eigenschap als haarkleur in de familie is doorgegeven. In afbeelding 6 is een stamboom van een familie in symbolen weergegeven, bij zo’n stamboom zijn de vierkantjes de mannen en de rondjes de vrouwen (Bos, Bos-van der Avoort, Melchers, & van der Velde).
In de stamboom van afbeelding … kan je zien dat alle twee de ouders en 2 kinderen zwart haar hebben, 1 kind heeft blond haar. Door middel van deze stamboom kan je erachter komen welk genotype de ouders hebben, dit doe je door het volgende stappenplan.
1. Stel vast welk fenotype elk gezinslid heeft.
In afbeelding 7 is te zien dat de ouders alle twee zwart haar hebben, ook is te zien dat 2 kinderen zwart haar hebben en 1 dochter blond haar.
2. Stel het genotype vast van het kind met het afwijkende fenotype.
Beide ouders hebben hetzelfde fenotype. Eén kind heeft een afwijkend fenotype, hierdoor weet je zeker dat dit kind homozygoot recessief is voor het gen. het genotype voor het kind is aa (zie afbeelding 8).
3. Schrijf bij de stamboom wat je nu weer over het genotype van de andere gezinsleden.
De gezinsleden met het dominante fenotype hebben in ieder geval één dominant gen. Bij deze gezinsleden geef je het dominant gen aan met een letter A (zie afbeelding 9).
4. Zet bij zo veel mogelijk gezinsleden het genotype voor deze eigenschap.
Beide ouders hebben zwart haar. Zij kunnen alleen een kind krijgen met blond haar als ze alle twee heterozygoot zijn. Het genotype van beide ouders is dus Aa (zie afbeelding 10).
Maak nu de opdrachten van oefening 2, die te vinden zijn onder het kopje oefeningen.