Het gebit van paarden en ezels
Het gebit van paarden en ezels bestaat uit snijtanden, kiezen, haaktanden (hengstentanden) en wolftanden. De dieren worden niet geboren met een permanent gebit, maar met een melkgebit. Het wisselproces is bij paarden en ezels niet gelijk, ezels wisselen later dan paarden.
De snijtanden en kiezen van paarden en ezels groeien het hele leven door. Deze snijtanden en kiezen moeten dan ook slijten, dit gebeurd door veel te kauwen.
Snijtanden
Paarden en ezels gebruiken de snijtanden om voedsel vast te grijpen en af te snijden zoals al eerder aangegeven. Maar ze gebruiken de snijtanden ook tijdens verdedigen en grooming. Grooming is sociaal gedrag waarbij de dieren elkaar poetsen/kriebelen door met de tanden over de vacht te raspen zoals je op de onderstaande afbeelding kunt zien.
Grooming
Kiezen
De kiezen van paarden en ezels worden ook wel maaltanden genoemd. De naam verklapt het al een beetje, de functie van deze maaltanden is namelijk het fijnmalen van het voedsel. Paarden en ezels kauwen op een andere manier dan mensen. Zij maken met de kaken een zijdelingse beweging en zorgen er op deze manier voor dat de kiezen het voer fijnmaalt.
Hieronder zie je een link naar een filmpje. In dit filmpje wordt uitgelegd hoe een paard kauwt.
https://www.youtube.com/watch?v=7rHygzcFwf0
Haaktanden
Haaktanden worden ook hengstentanden genoemd. Deze tanden komen voor bij hengsten en ruinen, ze komen af en toe ook voor bij merries. Haaktanden hebben een sociale functie. Ze functioneren als een soort wapen tijdens gevechten.
Wolfskiezen
Wolfskiezen zijn kleine kiesjes die voor de maaltanden van de dieren zitten . Niet elke paard of ezel heeft wolfskiezen. Als de dieren ze hebben dan zitten ze meestal in de bovenkaak. Vaak zijn het er twee, maar het kan er ook één zijn of zelfs drie of vier. Ze kunnen ook onder het tandvlees zitten. Wolfskiezen hebben geen functie, ze zijn te klein om mee te doen met het malen van voedsel.