Waarom Burgerschap?

Burgerschap is erop gericht om een brug te slaan tussen onderzoek en praktijk. Het beter kunnen inspelen op veranderingen op de arbeidsmarkt en om zo een soepelere overgang tussen mbo en hbo te bevorderen.

Je krijgt met burgerschap te maken met eigen vrijheid, verantwoordelijkheid, keuzes die je moet maken, initiatief tonen en een assertieve houding. 

 

Burgerschap wordt op verschillende manieren aangeboden. Je krijgt te maken individuele opdrachten, groepsopdrachten, klassikaal als zelf ontdekkend leren. Bij burgerschap is er ruimte voor inbreng en initiatief. Ken jij gastsprekers of wil je een excursie of uitstapje plannen dan kan je dit met je docent overleggen. Samen met de docent kun je kijken of dit binnen jou onderwijs gerealiseerd kan worden.

 

Het middelbaar beroepsonderwijs zoals wij het nu kennen bestaat eigenlijk pas sinds 1990. Vanuit de beroepsgroepen was vraag naar scholing. Tot 1970 speelde verzuiling een rol in de Nederlandse samenleving. De samenleving was verdeeld in groepen. Langzaamaan ontstonden er spanning die om oplossingen vroegen. Dit had deels te maken met de bekostiging van bepaalde scholen door het Rijk maar ook door de snelle veranderingen van de eisen in het werkveld. Er werden steeds meer eisen gesteld aan kennis en vaardigheden gesteld van beginnende beroepsoefenaars.

Sinds 1996 is het vakmanschap alleen niet meet voldoende voor mbo studenten. De Wet Eductie en Beroepsonderwijs (WEB) schrijft voor dat mbo studenten nu moeten voldoen aan een drievoudige kwalificering. Je wordt geschoold in je beroep, in deelname aan de maatschappij en de doorstroom naar het hoger onderwijs of vervolg opleiding.

Burgerschap is erop gericht om de verschillende aspecten van de relatie tussen overheid en burger en tussen burgers onderling (MBO-RAAD, 2012) en gaat om zelfontplooiing en uitoefening van vrijheid binnen de grenzen van de rechtsstaat en het bevorderen van kritische denkvaardigheden. Het doel is om zelfbewust, actief en verantwoordelijk te kunnen participeren als burger in een dynamische samenleving.

 

Dit gebeurt in een viertal dimensies.

Politiek juridisch de bereidheid en het vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming

Vitaal: de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijlen zorg te dragen voor de eigen vitaliteit.

Economisch: het adequaat functioneren op de arbeidsmarkt en het verantwoord handelen op de consumptiemarkt.

Sociaal maatschappelijk: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leven.