Aan het eind van deze module moeten de leerlingen in hun eigen woorden kunnen beschrijven en benoemen:
· De bestanddelen van het bloed met de kenmerken en functies;
· De verschillen, kenmerken en functies van slagaders, ader en haarvaten;
· De dubbele bloedsomloop onderscheiden in de kleine en grote bloedsomloop en de functies;
· De delen van het hart en aansluitende bloedvaten en hun kenmerken en functies;
· Wat de oorzaken en gevolgen zijn van enkele hart- en vaatziekten en aangeven hoe de kans verkleind kan worden;
· Wat de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe zijn;