Het menselijk is opgebouwd uit miljoenen cellen. Om het lichaam goed in stand te houden, moeten al deze cellen voorzien worden van voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen worden dan door de cellen gebruikt als brandstof om deze hun werking te laten doen en in stand te houden. Dit proces nemen we verbranding. Maar uit de verbranding ontstaan ook afvalstoffen, die juist weer de cellen en het lichaam moeten verlaten.
Deze voedings- en afvalstoffen moeten dus constant door het lichaam worden vervoerd. Dit is waar de bloedsomloop zijn intrede doet. Zie het als een netwerk dat ervoor zorgt dat er vanuit je maag voedingstoffen naar het puntje van je kleine teen gaan en afvalstoffen vanuit je de cellen van je vingers naar je longen en nieren gaan om het lichaam te verlaten. Maar je hebt bepaalde onderdelen nodig die dit mogelijk maakt. Want wat zou je aan een snelweg hebben als er geen auto's zouden bestaan? Zo zit het ook met de bloedsomloop.
De bloedsomloop bestaat grofweg uit drie onderdelen:
De vervoersmiddel is in de bloedsomloop het bloed. Het netwerk van buisjes zijn de slagaders, de aders en de haarvaten. En pomp die het bloed in de bloedvaten het lichaam rondpompt is het hart.
Dus de bloedsomloop bestaat uit: