week 2

 

In deze les starten we met het behandelen van de cel.

In de anatomie is de cel het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat organisme bevat.

Diagram van een typische dierlijke cel

1rightarrow blue.svg Zie Dierlijke cel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Eukaryote cel met celorgannellen

Organellen:

  1. nucleolus (kernlichaampje)
  2. celkern of nucleus
  3. ribosomen
  4. vesikel of blaasje
  5. ruw endoplasmatisch reticulum (RER, R van rough)
  6. golgi-apparaat
  7. cytoskelet
  8. glad endoplasmatisch reticulum (SER, S van smooth)
  9. mitochondriƫn
  10. peroxisoom
  11. cytoplasma
  12. lysosoom
  13. centriolen

 

De in rood getypte termen moet je kennen. Zoek er ook de functie bij.

 

 

 

Als je meer over de cel wilt weten kun je kijken op de volgende site:

Biologie blok 1
theorie en opdrachten