
De staafjes van een draadmodel heten wel de ribben van de ruimtelijke vorm; de ribben zijn de randen van een ruimtelijke figuur: dat zijn altijd rechte lijnstukken, behalve bij een kegel en cilinder.
De plaatsen waar gesoldeerd moet worden heten de hoekpunten.
Bekijk de tekening van een balk. Anders dan bij een draadmodel, moet je de grensvlakken nu dicht denken, bijvoorbeeld alsof ze van karton zijn. De ribben die aan de achterkant zitten kun je dus niet zien. Daarom zijn ze gestippeld. Op deze manier geef je "diepte" aan de tekening. Als je gewend bent aan deze manier van tekenen, zie je beter hoe de vorm er in werkelijkheid uitziet.
Intuïtief is wel duidelijk wat met een grensvlak wordt bedoeld: dit zijn altijd platte vlakken, behalve bij kegels, cilinders en bollen.
|